Aan de slag met begeleiding van inwoners met geldzorgen
4 november 2024
Op 21 maart 2024 hebben het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de VNG, Divosa en de NVVK de bestuurlijke afspraken voor de basisdienstverlening van schuldhulpverlening ondertekend. Deze partijen onderschrijven daarmee de doelstelling dat meer mensen met schulden eerder en nog betere schuldhulpverlening ontvangen en dat gemeenten in dat kader de dienstverlening nog verder kunnen versterken. De basisdienstverlening draagt bij aan de ambitie om in 2030 het aantal huishoudens met schulden te halveren. De basisdienstverlening bestaat uit 20 elementen. Het doel is dat alle gemeenten en schuldhulpverleningsorganisaties de elementen van de basisdienstverlening schuldhulpverlening invoeren. In veel elementen komt het onderwerp begeleiding terug. Deze handreiking gaat in op alle elementen die te maken hebben met begeleiden. Met deze handreiking geeft de VNG input en ondersteuning aan gemeenten over de manier waarop ze alle aspecten van begeleiding, inclusief financieel begeleiden, kunnen geven en implementeren en hoe ze daarbij gebruik kunnen maken van methodisch werken en een systematische intake.
Elementen van de basisdienstverlening
De volgende elementen zijn in deze handreiking meegenomen:
- Toegang zonder drempels
Met een aanmeldproces zonder drempels worden inwoners ontzorgd en wordt voorkomen dat zij zich niet (kunnen) aanmelden of gaandeweg uitvallen. Concreet wordt ingezet op praktische zaken, zoals een vormvrije aanmelding voor inwoners, het niet vragen naar papieren bij aanmeldgesprekken en het bieden van ondersteuning voor alle financiële zorgen, groot of klein.
- Begeleiding start direct
Na de laagdrempelige aanmelding vindt het eerste gesprek met inwoners plaats. Het eerste contact is essentieel om uitval te voorkomen en een vertrouwensband op te bouwen. De begeleiding vanaf het eerste gesprek moet zich vooral richten op het aangaan van een verbinding en het opbouwen van een vertrouwensband.
- Begeleidingstraject
Het begeleidingstraject bestaat uit financiële begeleiding en begeleiding door flankerende hulp. Deze onderdelen worden opgenomen in het Plan van aanpak. Het begeleidingsplan is een uitwerking van de manier waarop deze onderdelen worden ingezet.
- Ook begeleiding bij Wsnp
Inwoners waarvoor de minnelijke schuldregeling niet tot stand kan komen, kunnen een beroep doen op de Wsnp. Inwoners die een beroep moeten doen op de Wsnp ervaren soms problemen bij het toelatingsproces bij de rechtbank. Tegelijkertijd ervaren inwoners emoties over het niet slagen van de minnelijke regeling en de aanvraag van de Wsnp. Daarom is het zinvol om inwoners te begeleiden naar en tijdens het Wsnp-traject als een minnelijke schuldregeling niet slaagt.
- Intake en triage
Eén van de doelstellingen van de elementen van de basisdienstverlening is het gelijktrekken van de dienstverlening tussen gemeenten en tussen professionals. Methodisch werken levert hier een grote bijdrage aan en zorgt er tegelijkertijd voor dat maatwerk mogelijk blijft en echt kan worden afgestemd op inwoners. Het startpunt van methodisch werken is een systematische intake. Een systematische intake is een intake waarbij steeds dezelfde thema’s aan bod komen, en wordt ondersteund met een meetinstrument. Het gebruiken van een systematisch intake en het meetinstrument dragen bij aan de motivatie van inwoners, omdat ze inzicht geven in zowel het traject als de leerdoelen.
- Hulpaanbod per doelgroep
Binnen de schuldhulpverlening zijn verschillende doelgroepen te benoemen. Het hulpaanbod voor deze doelgroepen richt zich op de manier waarop schuldhulpverlening wordt ingezet, als op de begeleiding. Voorbeelden van doelgroepen waar de basisdienstverlening zich op richt zijn ondernemers, jongeren en inwoners met een andere culturele achtergrond.
- Beschikking en Plan van aanpak
Tijdens de intake heeft de professional geanalyseerd welke ondersteuning inwoners nodig hebben, zowel wat betreft technisch schuldregelen als ten aanzien van begeleiden. Dit resulteert in een Plan van aanpak op maat. In het Plan van aanpak zijn alle producten of processen opgenomen die worden ingezet om de problematiek van de inwoner op te lossen. Het wordt opgesteld op basis van de eigen doelen van de inwoner waar integraal naar gekeken wordt. Het Plan van aanpak is onderdeel van de beschikking.
- Evalueren en herzien Plan van aanpak
Tijdens het uitvoeren van het begeleidingsplan wordt een cyclus gevolgd van begeleiden en evalueren. Het
evalueren gebeurt op basis van het bij de intake gebruikte meetinstrument. In de fase van evalueren kan het begeleidingsplan en het Plan van aanpak worden herzien met eventueel een aangepast product en aanbod voor begeleiding en nazorg. Met behulp van een meetinstrument wordt dit inzichtelijk gemaakt. Ook kan het begeleidingsplan, indien nodig, na elke evaluatie worden aangepast.
- Contact bij terugval
Financiële begeleiding kan terugval niet altijd voorkomen, maar het kan in veel gevallen wel bijdragen aan het bereiken van een duurzame oplossing. Door het proces van volgen in te richten en te werken aan zelfmanagement van inwoners, kan het risico op terugval worden beperkt. Na een periode van volgen, wordt ingezet op nazorg. In deze periode neemt de professional nogmaals gedurende een jaar één of meerdere keren contact op met de inwoner. Bij het nazorggesprek wordt de inwoner gevraagd hoe de afgelopen periode is verlopen en of er nog ondersteuning nodig is.
- Nog 6 maanden vroegsignaleren
In de periode van nazorg is nog geen beëindigingsbeschikking gestuurd aan inwoners. Dit houdt in
dat er nog steeds sprake is van een actief schuldhulpverleningstraject. Daardoor zal bij het binnenkomen van een vroegsignaal gezien worden dat er sprake is van terugval. Dan kan met de inwoner actief contact worden gelegd.
Het implementatieplan
Stap 1: Begeleiding borgen in visie en methodiek
Bij het implementeren zullen de elementen van de basisdienstverlening moeten worden verstaald naar het gemeentelijk beleid, waarbij visie op begeleiding een belangrijke bouwsteen is.
Stap 2: Begeleiding vormgeven.
In deze stap moet het begeleidingstraject verder worden vormgegeven vanuit de uitgangspunten en de gekozen methodiek uit de vorige stap.
Stap 3: Vertaling naar concrete doelen
Voorafgaand aan het implementeren is het van belang om concrete en meetbare doelen te formuleren. Wat zijn concreet de doelen die de gemeente wil bereiken met de financiële begeleiding?
Stap 4: De impact op het speelveld
Nu het kader voor begeleiding is opgesteld is het van belang dat de gemeenten de impact voor de gemeentelijke organisatie en ketenpartners inzichtelijk maken. Daarom is het van belang dat gemeenten het speelveld en de rollen bij het begeleidingstraject helder hebben.
Stap 5: Werkprocessen, registratie, monitoring en evaluatie
Implementatie betekent ook dat er mogelijk wijzigingen moeten plaatsvinden in de huidige werkprocessen. Bij de implementatie moet bedacht worden wat geregistreerd gaat worden ten aanzien van financieel begeleiden en wat daar het doel van is. Daarnaast moet bedacht worden op welke manier evaluatie en monitoring plaatsvind.
Stap 6: De vertaling naar personele consequenties
Als het werkproces wordt aangepast, kan dit ook inhouden dat professionals andere taken en verantwoordelijkheden krijgen. Ook kan er van de professionals andere vaardigheden en competenties worden gevraagd. Hierdoor moeten mogelijk ook nieuwe functieprofielen worden gemaakt, die gepaard kunnen gaan met andere functiewaardering.
Aanbevelingen voor implementatie
Het implementeren van begeleiding aan inwoners verdient een aantal aanbevelingen waar gemeenten rekening mee kunnen houden:
- Continue verbeteren door te evalueren en reflecteren
- Keuze voor invoeringsscenario
- In- en extern communiceren