Aard en omvang ouderenmishandeling
25 mei 2018
Vanwege toenemende vergrijzing, het langer zelfstandig thuis blijven wonen door veel ouderen en de groeiende focus op zelfredzaamheid gaat men er van uit dat de problemen met ouderenmishandeling in de toekomst erger kunnen worden. Om hier meer inzicht in te krijgen zijn er in de afgelopen jaren verschillende onderzoeken uitgevoerd en rapporten uitgebracht. Hieruit komt een breder beeld omtrent de aard en omvang van ouderenmishandeling naar voren.
Uit de interviewstudie van Regioplan komt naar voren dat naar schatting ruim één op de twintig ouderen vanaf het 65ste levensjaar te maken heeft met mishandeling. Van de 3,1 mln thuiswonende ouderen in Nederland betekent dit dat ongeveer 170.000 ouderen vanaf hun 65e levensjaar een vorm van ouderenmishandeling hebben meegemaakt (5.5 procent). Specifiek voor 2017 heeft naar schatting 2,0 procent van de thuiswonende ouderen boven de 65 jaar te maken gehad met een vorm van ouderenmishandeling.
De meest gerapporteerde vorm van ouderenmishandeling betreft financiële benadeling of financieel misbruik. Bij financiële benadeling kan het gaan om het wegnemen van bezittingen of het profiteren hiervan. Hierbij kan gedacht worden aan het dwingen tot het veranderen van het testament, het stelen van eigendommen en het misbruiken van bepaalde financiële bevoegdheden (zoals het hebben van toegang tot een bankrekening of pinpas). Voor het grootste deel van de slachtoffers geldt dat deze vorm van ouderenmishandeling op systematische wijze of herhaaldelijk voorkomt. Vaak zijn de slachtoffers van financiële benadeling ook al kwetsbaarder op financieel vlak, omdat zij bijvoorbeeld betalingsachterstanden hebben.
De meeste slachtoffers van deze vorm van ouderenmishandeling bespreken dit met mensen uit hun omgeving. Het gaat hierbij voornamelijk om directe familie. Ook bespreken slachtoffers deze gebeurtenissen met professionals, zoals de politie of de huisarts. Verder wordt er door ongeveer 30% van de slachtoffers melding aangifte gedaan bij Veilig Thuis en/of de politie.
De daders zijn overwegend mannen (60%) en zijn vaak afkomstig uit de directe omgeving van het slachtoffer. Denk hierbij aan partners, vrienden of vriendinnen, buren, broers en zussen of kinderen van het slachtoffer. Een groot deel van de daders heeft zelf te maken met financiële problemen of verslavingsproblematiek. Ook zijn zij vaak met de politie in aanraking geweest en heeft een deel van hen een zeer kleine sociale kring.
De slachtoffers van ouderenmishandeling zijn vaak op meerdere vlakken kwetsbaar. Zo zegt 9,3 procent van de ondervraagde slachtoffers in het Regioplan-onderzoek dat zij niet makkelijk rond kunnen komen van hun maandelijkse inkomsten. Bij niet-slachtoffers gaat dit om 3,6 procent. 7,4 procent van de slachtoffers geeft aan dat zij één of meer betalingsachterstanden hebben, terwijl dit bij niet-slachtoffers om 1,9 procent gaat.