Armoede effectief bestrijden
23 januari 2021
Zowel in het beleid om armoede tegen te gaan als in maatschappelijke denkbeelden over armoede zijn een aantal zaken ten goede veranderd. Dat betekent niet dat we nu wel op onze handen kunnen gaan zitten. Het aantal huishoudens dat met armoede en schulden kampt, stijgt immers nog steeds. Wat is er nog meer nodig om daadwerkelijk een eind te maken aan armoede en schuldenproblematiek?
Veranderingen ten goede
Investeringen die de overheid de afgelopen tien jaar gedaan heeft in het terugdringen van armoede- en schuldenproblematiek hebben onder meer geleid tot verschillende landelijke samenwerkingsverbanden en initiatieven. Daarnaast veranderde in de regelgeving het een en ander. Zo paste de overheid begin 2021 de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zodanig aan dat het leveranciers (nutsbedrijven, woningbouwverenigingen, verzekeraars) verplicht om huishoudens met beginnende betalingsachterstanden in hun vaste lasten te melden bij gemeenten. Die laatste zijn vervolgens verplicht om met de betreffende huishoudens na te gaan hoe deze betalingsachterstanden kunnen worden ingelopen. Ook zijn er verschillende gemeenten die het mogelijk hebben gemaakt dat mensen met een bijstandsinkomen (hogere) giften mogen ontvangen, zodat deze groep jaarlijks ook enige (financiële) steun van andere kan ontvangen.
Veranderingen die nog nodig zijn
- De menselijke maat
Het ontbreekt in de uitvoering van beleid vaak aan het toepassen van de ‘menselijke maat’: beleidsuitvoerders denken er vaak niet aan om naar de specifieke omstandigheden van een huishouden te kijken of krijgen daartoe niet de ruimte.
- Meer speelruimte
Om maatwerk te kunnen leveren zijn er veranderingen noodzakelijk in de wetgeving en in de systemen (ICT, protocollen, werkplannen) die worden gebruikt voor het uitvoeren daarvan. Het aanpassen van wetgeving, en met name het veranderen van systemen als bijvoorbeeld het belastingen- en toeslagensysteem, zal veel tijd kosten. Gemakkelijker is om beleidsuitvoerders meer ‘speelruimte’ te geven, bijvoorbeeld om terug te vorderen bedragen niet altijd volledig terug te eisen. Uitvoerders meer vrijheid geven om te handelen in de geest van de wet zou niet alleen de uitvoering effectiever maken, maar ook bijdragen aan een groter vertrouwen van burgers in de overheid.
- Meer vertrouwen
Wellicht het grootste probleem dat ten grondslag ligt aan falend armoedebeleid is het wantrouwen van de overheid jegens burgers. In het sociaal domein is veel beleid gestoeld op wantrouwen en in de afgelopen decennia heeft bij de uitvoering van diverse overheidsdiensten de controle van burgers een steeds centralere plek geregen. Het lijkt in het belang van huishoudens met een laag inkomen om waarden als privacy aan de ene kant en die van bestaanszekerheid aan de andere kant in een fundamentele discussie tegen elkaar af te wegen.
- Gerichter beleid
Overheidsinstanties en goede doelen- en vermogensfondsen financieren een bijna oneindig aantal projecten rond armoede en schulden. Deze projecten zijn veelal lokaal van aard, worden afzonderlijk uitgevoerd en een gemeenschappelijk doel ontbreekt. Een meer gerichte aanpak zou de effectiviteit ervan kunnen vergroten. Gemeenten en fondsen zouden meer kunnen sturen op impact en moeten stoppen met de financiering van projecten die hun meerwaarde niet willen of kunnen aantonen.
- Meer inkomen
Armoede is uiteindelijk een absoluut of relatief tekort aan geld. De echte weg uit armoede loopt dan ook via een stijging van het besteedbaar inkomen. Willen we armoede structureel omlaag dringen, dan is het noodzakelijk om zowel het minimum loon als het sociaal minimum fors te verhogen. De uitkomst van deze aanpassingen zal moeten zijn dan het vrij besteedbaar inkomen omhoog gaat en de vaste lasten een kleiner deel van het netto-inkomen gaan uitmaken.