Bestaanszekerheid onder druk
11 maart 2022
In het rapport ‘Bestaanszekerheid onder druk’ van Movisie wordt gesteld dat bestaanszekerheid als term de afgelopen jaren steeds meer in de belangstelling is gekomen en dat deze mede daardoor hoog op de politieke en maatschappelijke agenda staat. Movisie, het landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken, gaat bij de definiëring van het begrip bestaanszekerheid uit van een brede en integrale benadering van bestaanszekerheid, conform artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Om te bepalen of sprake is van bestaanszekerheid neemt men vaak het inkomen als uitgangspunt. Een laag inkomen is voor veel huishoudens een tijdelijke situatie die vanzelf weer verbetert. Maar als een huishouden langere tijd van een laag inkomen moet rondkomen, neemt de bestaansonzekerheid vaak toe. Daarom is een bredere definitie van bestaanszekerheid, volgens Movisie, gerechtvaardigd.
Meer dan voldoende inkomen en lage schulden
Bestaanszekerheid gaat niet alleen over voldoende inkomen of lage schulden. Het betekent ook toegang tot betaalbare huisvesting, betaalbare zorg en de mogelijkheid om een financiële buffer op te bouwen. Andere organisaties, zoals Divosa en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) formuleren bestaanszekerheid als het op orde brengen van de basisvoorwaarden: ‘de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen, de zekerheid van werk en van mee kunnen doen in de samenleving. Maar ook de zekerheid van een dak boven je hoofd in een geschikte en betaalbare woning in een veilige en prettige omgeving, met snelle en toegankelijke dienstverlening in situaties die de veiligheid bedreigen.’
Onvoldoende bestaanszekerheid leidt tot bestaansonzekerheid. Om te laten zien hoe ingrijpend de gevolgen van bestaansonzekerheid zijn, koppelt Movisie bestaanszekerheid aan vijf leefgebieden:
- Financiën
- Wonen
- Sociale relaties
- Lichamelijke en psychische gezondheid
- Werk en activiteiten
1. Financiën
Financiën vormen een wezenlijk onderdeel van bestaanszekerheid maar te weinig financiële armslag om basisvoorzieningen te kunnen bekostigen betekent leven in bestaansonzekerheid. De huidige inkomensondersteuningsmaatregelen lijken niet meer passend bij de maatschappij van nu: ze zijn namelijk niet toereikend. Dit houdt in dat sommige groepen eigenlijk geen andere keus hebben dan het maken van schulden.
2. Wonen
In Nederland staat de woningmarkt onder druk: In zowel de sociale als de vrije huursector is er sprake van schaarste als het om betaalbare huisvesting gaat. Beide sectoren kampen met stijgende huurprijzen en andere stijgende woonlasten zoals de energieprijzen. Het gevolg hiervan is dat zowel kwetsbare groepen, middeninkomens en jongeren veel van hun besteedbare inkomen kwijt zijn aan wonen. En in geval van live-events zoals baanverlies, scheidingen of het verlaten van een ouderlijk huis is het vinden van passende en betaalbare woonruimte erg moeilijk. Dit kan uiteindelijk leiden tot schulden en/of dak- en thuisloosheid.
3. Sociale relaties
Sociale relaties kunnen helpen de gevolgen van bestaansonzekerheid op te vangen. Maar bestaansonzekerheid beïnvloedt ook de kwaliteit en duurzaamheid van deze relaties en kan leiden tot sociale uitsluiting. Mensen met een laag inkomen kunnen minder vaak rekenen op hulp van anderen. Dit gebrek aan bestaanszekerheid maakt het voor kwetsbare groepen moeilijker om bijvoorbeeld de financiële gevolgen van baanverlies op te vangen, wat ook hun sociale relaties minder duurzaam maakt.
4. Lichamelijke en psychische gezondheid
Bestaansonzekerheid beïnvloedt zowel de fysieke als mentale gezondheid. Een slechtere gezondheid kan het moeilijker maken om een stabiel leven op te bouwen. Omgekeerd helpt een goede gezondheid om beter te presteren op school en werk. Onderzoek toont aan dat er een verband is tussen een laag inkomen, laag opleidingsniveau en een slechtere gezondheid. Laagopgeleide Nederlanders ervaren gemiddeld minder levenskwaliteit, meer eenzaamheid, psychische problemen en beperkingen in horen, zien en mobiliteit. Hoger opgeleiden zijn doorgaans gezonder. Mensen met een lager opleidingsniveau werken vaker in zware beroepen met grotere gezondheidsrisico’s. Naast individuele factoren spelen ook maatschappelijke factoren, zoals de toegankelijkheid van gezondheidszorg, woonomstandigheden en sociale steun, een rol in de gezondheid van mensen.
5. Werk en activiteiten
Een baan hebben bevordert het welzijn, zelfvertrouwen en sociale netwerken. Niet-werkenden missen deze voordelen, zoals deelname aan betekenisvolle activiteiten, status en persoonlijke identiteit. Betaald werk is echter niet altijd de oplossing voor bestaanszekerheid, zoals te zien is bij werkende armen.
Op de arbeidsmarkt vallen enkele zaken op:
- Bepaalde groepen, zoals migranten, ouderen, mensen met een beperking en langdurig werklozen, hebben structureel moeite met het vinden van werk.
- Mensen met flexibele banen en ZZP’ers ervaren meer onzekerheid dan mensen met een vast contract.