De coronacrisis en ons geld
1 juli 2021
Door de coronapandemie en de lockdowns die hieruit volgden zijn mensen minder buiten huis gaan ondernemen. Ook verloren mensen hun baan of werden hun uren ingeperkt, waardoor inkomsten lager uitvielen. Aan de hand van dit onderzoek geeft het Nibud inzicht in hoeverre de inkomsten en uitgaven van Nederlanders zijn veranderd door toedoen van de coronacrisis.
In dit onderzoek wordt aandacht besteedt aan de volgende punten:
- Wat voor gevolgen heeft de coronacrisis gehad op onze inkomsten en uitgaven?
- Welke groepen mensen kunnen door de coronacrisis moeilijker rondkomen, en welke makkelijker?
- Hoe gaan mensen met hun inkomsten en uitgaven om als alles straks weer open is?
- Wat doen mensen met het geld dat zij overhouden als gevolg van de coronacrisis?
- Wat voor gevolgen heeft de coronacrisis voor ons spaargeld? Wordt spaargeld anders ingezet?
- Hoe besteden mensen dit jaar hun vakantiegeld ten opzichte van andere jaren?
Voor het grootste deel van de Nederlanders heeft de coronacrisis weinig tot geen financiële gevolgen
De meeste Nederlanders(63 procent) komen over het algemeen niet moeilijker of makkelijker rond dan vóór de coronacrisis. Eén op de vijf respondenten in dit onderzoek geeft aan moeilijker rond te kunnen komen als gevolg van de coronacrisis, terwijl het voor 17 procent van de respondenten juist makkelijk is geworden.
Moeilijk kunnen rondkomen komt voornamelijk vanwege minder inkomsten doordat mensen hun baan zijn verloren of minder zijn gaan werken. Ook worden hogere uitgaven genoemd, voornamelijk aan voeding en energie.
Mensen die makkelijker kunnen rondkomen tijdens de coronacrisis zijn voornamelijk minder gaan uitgeven aan vakantie, uitstapjes en zaken als kleding en schoenen.
Niet iedereen profiteert evenveel
Meer thuiszitten zorgt niet er bij iedereen voor dat ze makkelijker kunnen rondkomen en minder uitgeven. Het gaat hierbij voornamelijk om mensen met een hoger inkomen, mensen die in loondienst werken en mensen tot 35 jaar. Toch bevinden zich ook in de groep van 18- tot 35-jarigen mensen die juist meer moeite hebben met rondkomen dan voorheen. Ook mensen met een laag inkomen, alleenstaanden en mensen met wisselende inkomsten kunnen moeilijker rondkomen.
Het aantal betalingsproblemen bij mensen is gelijk gebleven ten opzichte van de periode voor de lockdowns. Toch lijken bepaalde soorten betalingsproblemen juist vaker voor te komen. Het gaat hier met name om mensen die te laat de huur of hypotheek betalen. Dit percentage gestegen van 9 naar 18 procent. Verder geeft 10 procent van de respondenten in dit onderzoek aan vaker rood te staan dan voor de lockdown.
Kwetsbare groepen maken zich het meest zorgen over de financiële situatie na corona
Meer dan een derde van de Nederlanders denkt dat de lockdown een gunstig effect heeft gehad op hun portemonnee. Ongeveer 20 procent van de mensen is bang dat zij na de lockdown weer meer uit zullen gaan geven, terwijl 18 procent van de respondenten zich echt zorgen maakt over hun financiën wanneer de lockdown helemaal voorbij is. Dit neemt niet weg dat veel Nederlanders graag terug willen naar hun oude uitgavenpatroon, met name omdat dit betekent dat zij hun geld weer uit kunnen geven aan etentjes, uitgaan, vakantie en winkelen. Achtergrondkenmerken zoals de hoogte en de stabiliteit van het inkomen en het hebben van een partner spelen hierbij een belangrijke rol.
De kwetsbare groepen geven aan dat zij het liefst het uitgavenpatroon van tijdens de lockdown willen vasthouden, terwijl de stabielere groepen aangeven dat zij na de lockdown weer net zoveel willen en kunnen uitgeven als voorheen.
Sparen en beleggen niet altijd goed in evenwicht
De groepen die meer geld over hebben gehouden tijdens de lockdown zijn meer gaan sparen (75%) en beleggen (20%). In totaal heeft meer dan een kwart van de Nederlanders geld belegd. Tien procent van de mensen is hier pas sinds kort mee begonnen. Opvallend hierbij is dat ook mensen met weinig spaargeld beleggen. Meer dan een kwart van de mensen die minder dan 2.000 euro spaargeld hebben, belegt. Dit neemt het risico met zich mee dat grote tegenvallers niet kunnen worden opgevangen.
Nederlanders gaan net als verleden jaar minder op vakantie, vakantiegeld verdwijnt vaker “op de grote hoop”
In de jaren voor corona werd ongeveer 45 procent van het Nederlandse vakantiegeld ook daadwerkelijk uitgegeven aan vakantie. Vanwege corona besteedde nog slechts 27 procent van de mensen het vakantiegeld aan vakantie. Met name Nederlanders met een hoger inkomen, een vaste baan en een partner kiezen ervoor om op vakantie te gaan. Nederlanders met een lager inkomen wenden het vakantiegeld juist aan om schulden af te lossen.