De leefwerelden van arm en rijk
5 april 2024
De rijkste en armste Nederlanders ontmoeten elkaar steeds minder. Dit blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In het rapport wordt een cijfermatig beeld geschetst van de leefwerelden van de rijkste en de armste Nederlanders. Er wordt gekeken naar in hoeverre zij in hun dagelijks leven in aanraking komen met mensen die op een ander welvaartsniveau zitten dan zijzelf. De leefwerelden van de armste en de rijkste Nederlanders en de bijbehorende ontwikkelingen tussen 2011 tot en met 2020 worden verkend. Hierbij gaat het specifiek om hoe eenzijdig hun leefwerelden zijn in sociaaleconomisch opzicht. Er werd in het onderzoek gericht op Nederlanders met een leeftijd van 30 tot en met 59 jaar en de mensen die zij in hun directe omgeving tegen kunnen komen.
Leefwerelden eenzijdiger
De leefwerelden van de minst en meest welvarende Nederlanders bewogen tussen 2011 en 2020 weg van het midden. De leefwerelden van de armste Nederlanders werden iets armer en die van de rijkste Nederlanders iets rijker. In de buurt, op het werk, in de familie en op het schoolplein van de kinderen komen mensen vooral in aanraking met mensen van hetzelfde welvaartsniveau. De leefwerelden zijn in tien jaar tijd dus eenzijdiger geworden.
Zulke kleine veranderingen kunnen onderdeel uitmaken van zelfversterkende processen. Zo kan bijvoorbeeld de verandering van de samenstelling van een buurt doorwerken in het voorzieningenaanbod en de leefbaarheid van een buurt. En dit werkt weer door in de keuzes die mensen maken om in een bepaalde buurt te wonen.
Uit het onderzoek valt verder op:
- De leefwerelden van de armste Nederlanders werden voornamelijk eenzijdiger in de woonomgeving.
- Rond de Randstad en Eindhoven zijn de leefwerelden van de rijke Nederlanders vooral eenzijdig. In de welvarende gemeenten hebben de rijke inwoners het vaakst een eenzijdige leefwereld, met in de top drie Bloemendaal, Heemstede en Laren. Vooral in de Noordelijke Randstad werden de leefwerelden van de rijke inwoners eenzijdiger. De forse stijging van de huizenprijzen is hier een belangrijke oorzaak van.
- In de kleinschalige gemeenten (vooral op het platteland) zijn de leefwerelden van de armste Nederlanders naar verhouding weinig eenzijdig. De leefwerelden werden echter de afgelopen jaren wel eenzijdiger. Dit geldt ook voor de welvarende woongemeenten (bijvoorbeeld in ’t Gooi en aan de kust). In de woonomgeving, de werkomgeving en op het schoolplein van de kinderen nam de welvaart van weinig welvarende inwoners af.
- In de universiteitssteden zijn de leefwerelden van weinig welvarende stedelingen over het algemeen naar verhouding eenzijdig. De leefwerelden werden echter niet eenzijdiger. De welvaart voor de minst welvarende stedelingen bleef in de woonomgeving ongeveer gelijk en nam zelfs iets toe op het werk, op het schoolplein van de kinderen en in de familie. Het verschil met andere gemeenten werd dus kleiner.
- De grote middengroep vormt een verbindende schakel tussen arm en rijk. De leefwerelden van mensen die tot de grote middengroep behoren, zijn namelijk vaak gemengd.
- Gescheidenheid speelt ook een rol op plekken zoals verenigingen, sportscholen, feestjes en uitgaansgelegenheden. Mensen die tot verschillende welvaartsniveaus behoren, bezoeken vaak andere plekken. Sociaaleconomische groepen nemen vaak ook in de online wereld verschillende posities in.
Het probleem van gescheiden leefwerelden
In Nederland zijn hulpbronnen sterk ongelijk verdeeld. Wanneer er sprake is van ongelijkheid binnen een samenleving, zijn de leefwerelden van mensen met een hoog inkomen en veel vermogen doorgaans gescheiden van de leefwerelden van mensen met een laag inkomen en weinig vermogen. Mensen met veel hulpbronnen komen dan weinig in aanraking met mensen met minder hulpbronnen, en andersom. De gescheiden leefwerelden gaan vooral ten koste van de kansen en de maatschappelijke binding van mensen met weinig hulpbronnen. De welvaart van mensen met weinig hulpbronnen kan door de gescheiden leefwerelden afnemen.
Juist in het onderwijssysteem en op de woning- en arbeidsmarkt liggen kansen om ervoor te zorgen dat de armste en de rijkste Nederlanders elkaar weer ontmoeten.