Spring naar content

Doenvermogen: Van toets naar tools

15 september 2020

In het rapport Weten is nog geen doen wordt door de WRR aanbevolen om bij voorgenomen beleid en regelgeving vooraf te toetsen of de regeling ‘doenlijk’ is voor burgers. Hiervoor is de Doenvermogentoets ontworpen. De kernvraag van deze toets luidt: gaat de regeling uit van realistische assumpties over de mentale belastbaarheid van burgers? Als vervolg op de Handout Uitwerking doenvermogentoets heeft de WRR ‘Doenvermogen: van toets naar tools geschreven. Hierin wordt aan beleidsmakers en wetgevingsjuristen diverse handvatten gegeven om meer aandacht te besteden aan de ‘doenlijkheid’ van beleid en regelgeving.

Aandacht voor doenvermogen

Er wordt voor veel beleid en regelgeving een rationeel perspectief gehanteerd; er wordt vanuit gegaan dat burgers vanzelf de regels zullen volgen als ze maar genoeg voorlichting en de juiste financiële prikkels krijgen. De praktijk is echter anders. Het denk- en doenvermogen van burgers is niet onuitputtelijk. De overheid moet bij het maken van beleid een realistisch perspectief op burgers hanteren en meer aandacht hebben voor de doenlijkheid van beleid en regelgeving. Het is belangrijk om een begrijpelijke uitleg te geven, maar burgers moeten ook in staat zijn om daar vervolgens naar te handelen. Ook het doenvermogen kent zijn grenzen. Burgers verschillen onderling in de mate van doenvermogen. En wanneer een burger in een situatie van stress en mentale belasting verkeerd, kan het doenvermogen bij iedereen sterk teruglopen. In ‘Doenvermogen: van toets naar tools’ worden diverse handvatten gegeven om als beleidsmaker en regelgever meer rekening te houden met de grenzen aan het doenvermogen van burgers. Hierbij worden vijf basisstappen onderscheidden, worden suggesties gegeven voor hulpmiddelen en worden vier proceselementen benoemd die ervoor kunnen zorgen dat er tot een realistisch burgerperspectief gekomen kan worden. 

Vijf basisstappen

  1. Het in kaart brengen van de hoeveelheid acties die van de burger worden verwacht in het bestaande of voorgenomen beleid.
  2. Nagaan of er sprake is van een samenloop met ‘life events’ of andere situaties van grote stress.
  3. Nagaan of er sprake is van de cumulatie van lasten door andere regelgeving.
  4. Het is van belang dat de mentale belasting zo veel mogelijk teruggebracht wordt.
  5. Nagaan of de gevolgen van onoplettendheid te overzien zijn.

Hulpmiddelen

Bij het ontwikkelen en inrichten van een nieuw voorstel moeten beleidsmakers en regelgevers al inzicht krijgen in hoe belastend hun regels voor de burgers zullen zijn. Er zijn verschillende manieren om dit te doen:

  1. In beeld brengen om wie het gaat: gaat het om algemeen beleid voor alle burgers of voor een specifieke groep die te maken heeft met specifieke omstandigheden?
  2. Praten met uitvoerders: maak in een vroegtijdig stadium al gebruik van de kennis van experts bij uitvoeringsorganisaties en andere praktijkmensen. 
  3. Test het nieuwe beleid op doenlijkheid: nieuwe regels moeten eerst worden uitgetest voordat ze worden ingevoerd.
  4. Het organiseren van klantreizen: met een klantreis kan ik kaart worden gebracht welke stappen een burger moet ondernemen om aan de eisen van het beleid te voldoen, hoeveel inspanning dat voor de burger kost en waar de mentale belasting beperkt kan worden.

Proceselementen

  1. Het hebben van aandacht voor doenvermogen in elke fase van het beleidsproces is van belang.
  2. Er moet voldoende tijd, steun en middelen zijn om onderzoek te doen.
  3. Kennisdeling moet bevorderd worden.
  4. Het is van belang om de doorlopen stappen en de overwegingen die daarbij leidend waren te beschrijven. 

Doenvermogen van de overheid

Het doenvermogen van de overheid kent ook zijn grenzen. Het uitvoeren van de doenvermogentoets levert voor hen ook een bron van mentale lasten op. De instrumenten hoeven echter niet voor elk dossier ingezet te worden. Het doel van de toets en tools moet voor ogen gehouden worden: beleid dat wordt ontworpen vanuit een realistisch perspectief draagt bij aan een eerlijke behandeling van burgers en zal zorgen voor een vergroting van de effectiviteit en legitimiteit van beleid.

Doenvermogentoets

De procesmatige en inhoudelijke vragen die in de toolkit worden benoemd kunnen helpen bij het beoordelen van voor-genomen wet- en regelgeving op de juiste voorbereiding. Deze vragen gaan over pretesten en de betrokken doelgroepen/burgergroepen daarbij, het raadplegen van andere bronnen, de mentale belasting, de cumulatie van lasten, de gevolgen van inertie & fouten en hulp & vroegsignalering.

Gerelateerde artikelen

Themakrant lerende praktijken: leernetwerken en werkplaatsen

Met leernetwerken en werkplaatsen geeft Schouders Eronder invulling aan haar motto: samen leren, samen innoveren en samen veranderen vanuit de...

Eigen schuld…of niet?

De gemeente Enschede wil dat meer debiteuren hun schuld aflossen. De positief motiverende aanmaningsbrief van Duwtje geeft verrassende resultaten.

Podcast ‘Sterke Verhalen’

In deze podocast-serie vertellen verschillende mensen over hun eigen ervaringen met leven in armoede.