Duurzame verbetering van gezond financieel gedrag
16 juni 2016
De huidige interventies om gezond financieel gedrag te bevorderen werken niet. Er ligt te veel nadruk op de overdracht van kennis en te weinig op het vergroten van competenties, motivatie en geloof in eigen kunnen. Hoe kun je het financiële gedrag van burgers blijvend beïnvloeden?
In Nederland hebben veel huishoudens problematische schulden. Ook lopen veel huishoudens grote risico’s om in de schulden te belanden. Gezond financieel gedrag kan dat voorkomen.
Daarom richten steeds meer interventies in de schuldhulpverlening zich op het bevorderen van gezond financieel gedrag. Denk aan lesmethoden op scholen, budgetcursussen en voorlichting om mensen te leren verstandig met hun geld om te gaan.
Nadja Jungmann en Tamara Madern onderzochten in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wat die interventies opleveren.
Effectiviteit van interventies zelden geëvalueerd
Interventies worden vaak onzorgvuldig opgezet en uitgevoerd. En vooral in Nederland is er nog bijna geen onderzoek gedaan naar de resultaten van de interventies.
Van interventies die wél onderzocht zijn, vallen de resultaten tegen: de meeste hebben weinig of geen positieve invloed op het financiële gedrag van mensen.
Lespakketten op scholen zijn de enige interventies die goed zijn onderzocht. De algemene conclusie: ze leveren weinig tot niets op
In het buitenland zijn er veel meer interventies geëvalueerd. Maar ook daar vallen de resultaten tegen. Zelfs de meest effectieve interventies beïnvloeden het gedrag van mensen niet echt. Vaak heeft de interventie slechts invloed op een deel van het gedrag, bijvoorbeeld op sparen of financieel overzicht krijgen. En ook dan is die invloed meestal maar klein.
Meer nodig dan kennisoverdracht
De meeste van de huidige interventies in zowel Nederland als daarbuiten richten zich op kennisoverdracht. Maar de onderzochte interventies die wél effect hadden, doen meer. Die interventies richten zich ook op vaardigheden ontwikkelen en mensen motiveren.
Als we het financiële gedrag van mensen echt willen beïnvloeden, moet een interventie zich richten op weten, kunnen en handelen:
- weten: zorg dat mensen ‘financieel geletterd’ zijn, zodat ze informatie over financiën kunnen verwerken. Om op basis van die informatie alledaagse besluiten te kunnen nemen over geld.
- kunnen: bevorder de competenties van mensen die nodig zijn voor gezond financieel gedrag. Denk aan financiën in kaart brengen en verantwoord besteden, vooruitkijken en bewust kiezen.
- handelen: om gezond financieel gedrag te gaan vertonen, moeten mensen gemotiveerd zijn en geloven in hun eigen kunnen (self-efficacy). Ze moeten gezond financieel gedrag belangrijk gaan vinden.
Gezond financieel gedrag kun je bevorderen
Verder moet een interventie voldoen aan een aantal voorwaarden. De belangrijkste zijn:
- Scherpe afbakening van het doel
Gebruik geen vage doelen zoals: het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid of de financiële gezondheid. Maak het concreter, bijvoorbeeld: spaargedrag bevorderen of omgaan met verleidingen. Dan wordt een interventie niet alleen eenvoudiger, maar kun je de resultaten ook beter meten. - Scherpe afbakening van de doelgroep
Probeer niet zoveel mogelijk mensen te bereiken. Je kunt beter je doelgroep smaller maken of een selectie maken, bijvoorbeeld op basis van inkomen of leeftijd. Dan kun je de interventie beter laten aansluiten op de behoeften en mogelijkheden van die groep. Daardoor neemt de effectiviteit van je interventie toe. - Goede timing
Als je een interventie te vroeg inzet, is de deelnemer er misschien nog niet klaar voor. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om eerst de deelnemers te motiveren. Het effect van je interventie bij gemotiveerde deelnemers is veel groter.
Een voorbeeld van het belang van timing: 1347 verzekerden kregen het aanbod voor een financiële quickscan. Slechts 4% maakte daar gebruik van. Achteraf bleek dat de verzekerden niet het idee hadden dat ze hulp nodig hadden. Dus ze zagen het nut van een quickscan niet in. - Werkzame bestanddelen
Vanuit de wetenschap weten we hoe je gedrag kunt beïnvloeden. Die inzichten kun je gebruiken als je een interventie ontwikkelt. Denk aan het aanleren van vuistregels (‘Check elke week je saldo en uitgaven’) of de inzet van ervaringsdeskundigen. Ook daarmee kun je de effectiviteit van je interventie vergroten.
Kortom, er zijn volop mogelijkheden om interventies effectiever te maken. Zorg daarbij altijd voor een goede evaluatiecyclus. Dus ontwikkel de interventie, voer hem uit en evalueer hem. Daarna verbeter je de interventie en begint de cyclus opnieuw.