Spring naar content

Effecten van bijzondere incassobevoegdheden en overheidspreferenties

Eindrapport

4 mei 2018

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderzocht de gewenste en ongewenste effecten van de bijzondere incassobevoegdheden van de overheid. Welke gevolgen hebben die bevoegdheden voor schuldenaren, schuldhulpverleners, schuldeisers en de overheid zelf? Het rapport keek ook naar de voorrang die de overheid heeft op andere schuldeisers: de overheidspreferenties. Het ministerie wil de voor- en nadelen daarvan beter begrijpen, vanwege de maatschappelijke discussie over een socialere rijksincasso. Denk aan vorderingen van bijvoorbeeld het CJIB, UWV of DUO. Het is de bedoeling dat beleidsmakers met de resultaten van dit rapport hun beleid kunnen verbeteren.

Bijzondere incassobevoegdheden en preferenties

Wanneer een schuldenaar zijn financiële verplichtingen niet nakomt, mag een schuldeiser (waaronder overheidsschuldeisers) de vordering op alle goederen van de schuldenaar verhalen, behalve als de wet of een overeenkomst anders bepaald. Wanneer het een invordering of terugvordering van publieke middelen betreft, mogen diverse schuldeisers gebruikmaken van bijzondere incassobevoegdheden en preferenties. De overheid heeft ook bijzondere incassobevoegdheden voor het innen van vorderingen ten gevolge van wetsovertredingen.

Gewenste en ongewenste effecten

Gewenste effecten

  • De preventieve functie van de bijzondere incasso.
  • De inzet van de bijzondere incasso houdt bijkomende kosten voor een kleine groep schuldenaren beperkt.
  • De bijzondere incasso is efficiënt voor de overheid als schuldeiser.
  • De bijzondere incasso en preferenties verhogen de effectiviteit van de overheid als schuldeiser.

Ongewenste effecten

  • De inzet van de bijzondere incasso pakt bij een grote groep schuldenaren niet goed uit.
  • De verschillende incassoregimes vergen een hoog kennisniveau van de schuldenaren en schuldhulpverleners.
  • De schuldhulpverlening kan belemmerd worden door de bijzondere positie van de overheidsschuldeisers.
  • De kans op verhaal is lastiger in te schatten voor private schuldeisers door de inzet van bijzondere incasso.
  • Door de bijzondere positie van de overheid is het incassorendement van private schuldeisers lager.
  • Schulden leiden tot maatschappelijke kosten.

Weging effecten

Hoe kunnen de gewenste effecten zich verhouden tot de ongewenste effecten? Deze vraag heeft een kwantitatief en kwalitatief aspect. Binnen de kaders van het onderzoek is het ten aanzien van het kwantitatieve aspect mogelijk om de effecten op onderdelen (dus niet volledig) te kwantificeren. Voor de gewenste effecten kunnen we vaststellen dat die, als het gaat om de schuldenaren, gelden voor een kleine groep (geschatte omvang: ongeveer 25.000-50.000). Het preventieve effect is moeilijk te kwantificeren, dus die is daarin niet meegenomen. De ongewenste effecten gelden voor een groep schuldenaren met een geschatte omvang van ongeveer 450.000-475.000 huishoudens.

De weging van de gewenste en ongewenste effecten is ook een politiek vraagstuk. Er bestaan verschillende opvattingen over hoe de samenleving om wil gaan met financiële verplichtingen van burgers en prikkels voor de nakoming van financiële verplichtingen.

Gerelateerde artikelen

Misstanden incassomarkt

Het kabinet wil dat incassobureaus zorgvuldig en maatschappelijk verantwoord incasseren. Overheid en branchevereniging hebben daar regels voor opgesteld. Hoe vaak overtreden incassobureaus de regels?

Onderzoek invordering schulden door rijksoverheidsorganisaties

Naar aanleiding van het rapport ‘Een onbemind probleem’ heeft de Tweede Kamer verzocht om een vervolgonderzoek uit te voeren. In...