Spring naar content

Evaluatie Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

24 maart 2016

In 2012 is de Wgs ingevoerd. Sindsdien is de gemeentelijke schuldhulpverlening voor een deel verbeterd. Maar het kan nog sneller en effectiever, bijvoorbeeld door betere regels.

In 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) ingevoerd. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wilde weten of de wet het gewenste resultaat heeft. Dus of gemeenten mensen met problematische schulden nu beter helpen. 

De belangrijkste conclusie van deze evaluatie is dat de Wgs de kwaliteit van de schuldhulpverlening voor een deel heeft verbeterd. Maar het is niet duidelijk of gemeenten nu vaker problematische schulden voorkomen of oplossen.

Wat gaat er goed?

  • 98% van de gemeenten heeft een beleidsplan schuldhulpverlening. In 2012 was dat maar 15%. Maar in veel beleidsplannen staan nog niet alle onderwerpen die er volgens de Wgs in moeten staan.
  • Gemeenten hebben meer taken op zich genomen. Taken die ze niet zelf kunnen uitvoeren, besteden ze uit aan andere organisaties. Daarbij is goede aansturing belangrijk, en dat gaat duidelijk beter. 
  • Gemeenten zetten meer verschillende instrumenten in. Ze doen meer aan preventie en vroegsignalering, leveren meer maatwerk en meer nazorg.
  • Gemeenten zijn meer integraal gaan werken. Dat betekent dat de verschillende onderdelen van de schuldhulpverlening beter op elkaar zijn afgestemd. Bovendien werken schuldhulpverleners beter samen met andere hulpverleners binnen de gemeente. 
  • De wachttijden zijn korter.

Wat kan er beter? 

De onderzoekers hebben een aantal knelpunten gesignaleerd. Die knelpunten hebben vaak niet alleen met de Wgs te maken, maar ook met andere wetten en regels. 

Knelpunt 1: Door verschillen tussen gemeenten is goede vroegsignalering moeilijk

Schuldeisers zijn bereid om meer samen te werken met gemeenten, vooral op het gebied van vroegsignalering. Maar elke gemeente heeft haar eigen aanpak. Dat betekent dat schuldeisers met elke gemeente aparte afspraken moeten maken, bijvoorbeeld over het uitwisselen van gegevens. Dat is voor hen erg lastig.

Oplossing: Gemeenten moeten meer op dezelfde manier werken.

De NVVK (de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) kan daar een belangrijke rol in spelen door afspraken te maken met alle partijen. Denk aan gemeenten, zorgkantoren, woningbouwcorporaties en rechtbanken.

Knelpunt 2: De doorlooptijd is te lang

Schuldhulpverleners, mensen met schulden en schuldeisers moeten vaak op elkaar wachten. Het kost veel tijd om schuldeisers te laten meewerken aan een schuldregeling. Mensen met schulden lukt het vaak niet om alle informatie over hun inkomsten en schulden aan te leveren. Want burgers hebben niet altijd direct toegang tot hun gegevens. 

Oplossing: Maak het makkelijker om gegevens op te vragen en lever meer maatwerk.

Burgers moeten sneller hun gegevens kunnen opvragen en schuldhulpverleners moeten makkelijker toegang krijgen tot gegevens van de overheid. Daarnaast kunnen gemeenten meer maatwerk leveren, bijvoorbeeld door vaker een saneringskrediet te gebruiken of schulden kwijt te schelden. Ook de landelijke overheid moet meer maatwerk leveren.

Knelpunt 3: Regels en uitvoering bij de Rijksoverheid maken de problemen erger

De schuldeisers van de overheid, zoals de Belastingdienst en het CJIB, maken de problemen van mensen met schulden soms alleen maar erger. Enkele voorbeelden: 

  • Schuldenaren komen vaak onder de beslagvrije voet uit door de bijzondere bevoegdheden van de overheid. Schuldenaren houden daardoor te weinig geld over om van te leven. En daardoor kunnen afspraken met andere schuldeisers soms niet doorgaan.
  • In de Fraudewet staat dat gemeenten geen schuldhulp mogen geven aan mensen die ze verdenken van fraude. Maar zowel voor de gemeente als de hulpvrager is het soms beter om toch hulp te bieden. Anders worden de problemen alleen maar erger; 
  • Door het toeslagenstelsel moeten mensen vaak toeslagen terugbetalen.

Oplossing: Pas de regels en uitvoering bij de landelijke overheid aan.

Hier heeft de overheid al een begin mee gemaakt. Denk aan de vereenvoudiging van de beslagvrije voet en een aanpassing in de Fraudewet. De gesprekken tussen de gemeenten en de landelijke overheid moeten doorgaan om te kijken of er nog meer regels zijn die eenvoudiger kunnen.

Knelpunt 4: Gebrek aan betrouwbare cijfers over cliënten

Er zijn te weinig betrouwbare cijfers over de verschillende cliënten, de toegang tot de schuldhulpverlening en de wachttijden. Dat komt doordat gemeenten de cijfers op verschillende manieren registreren en verschillende termen gebruiken.

Oplossing: Zowel gemeenten als het Rijk moeten meer gegevens verzamelen.

Knelpunt 5: Veel professionals hebben onvoldoende kennis en vaardigheden

Veel professionals weten nog te weinig over het gedrag dat een rol speelt bij schulden. Maar ze hebben die kennis wel nodig om schulden effectief op te lossen. Ook wijkteams zijn niet altijd deskundig genoeg op het gebied van schuldhulpverlening.

Oplossing: Train professionals op de werkvloer.

Knelpunt 6: Bepaalde doelgroepen krijgen onvoldoende hulp

Sommige doelgroepen hebben een speciale aanpak nodig. Bijvoorbeeld: 

  • mensen die weinig zelfredzaam zijn: zij hebben niet alleen  schuldhulp nodig maar ook andere zorg. Denk aan laaggeletterden en psychiatrische patiënten;
  • jongeren: zij hebben vaak te weinig inkomen om een schuldregeling te kunnen treffen;
  • zzp’ers: zij worden vaak niet toegelaten tot de schuldhulpverlening.

Oplossing: Geef specifieke hulp aan deze groepen.

Schuldhulpverleners en zorgprofessionals moeten samenwerken bij de hulp aan mensen die niet zelfredzaam zijn. Schuldhulpverleners hebben training en opleiding nodig om die groep goed te kunnen helpen. Voor jongeren en zzp’ers moeten gemeenten een goede aanpak bedenken.

Knelpunt 7: Burgers kunnen geen bezwaar maken als er geen beschikking is

Gemeenten gaan verschillend om met de regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ze weten bijvoorbeeld niet precies wanneer ze een beschikking moeten afgeven. In sommige gemeenten krijgen burgers een beschikking zodra ze worden toegelaten tot de schuldhulpverlening. In andere gemeenten pas als ze specifieke hulp krijgen, bijvoorbeeld een schuldregeling. Maar mensen kunnen pas bezwaar als er een beschikking is. 

Oplossing: Maak duidelijk wanneer gemeenten een beschikking moeten afgeven.

De overheid moet duidelijke regels opstellen over wanneer een gemeente een beschikking moet afgeven. Dan weet de burger ook waar hij aan toe is.

Gerelateerde artikelen

Informele schulden: een tweezijdige medaille

Informele schulden vormen een groeiend probleem onder Nederlandse moslims en andere gemeenschappen, met leningen vaak afkomstig van vrienden en familie. Een onderzoek van KIS biedt inzicht.

Hoe je armoede doorbreekt

In het boek ‘Hoe je armoede doorbreekt’ van HAN Health, dat deze zomer is verschenen, komen experts en mensen met...

Nibud Studentenonderzoek 2021

Dit rapport van het Nibud geeft de uitkomsten van een periodiek onderzoek naar de financiële situatie van hbo- en wo-studenten. De laatste resultaten van dit onderzoek dateren uit 2017. Sinds…