Geldzaken in de praktijk 2018-2019
23 april 2019
De meeste Nederlanders hebben meer abonnementen dan ze denken. Ze zijn er zich dus ook niet van bewust hoeveel geld ze eraan uitgeven.
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) onderzoekt elke 3 jaar hoe Nederlanders met hun geld omgaan en welke groepen in de problemen komen. Ruim 2500 Nederlanders tussen 18 en 75 jaar vulden een vragenlijst in.
Volgens het Nibud is iemand financieel redzaam als hij zijn geldzaken zelf kan regelen of weet wanneer hij hulp moet inschakelen. Zijn inkomsten en uitgaven op de korte en lange termijn moeten in balans zijn.
Minder huishoudens hebben moeite met rondkomen
In 2018 heeft 38% van de huishoudens moeite met rondkomen. Dat is een flinke daling. Dit percentage is namelijk even hoog als vóór de economische crisis. Tijdens de crisis, van 2009 tot 2018, lag dit percentage op 45%.
Mensen hebben in 2018 vooral moeite met rondkomen door:
- stijgende uitgaven bij gelijke inkomsten;
- hoge vaste lasten;
- te lage inkomsten.
Verder geeft een klein percentage van de huishoudens te makkelijk geld uit. Dit aandeel is licht gestegen van 5-6% in 2012 en 2015 naar 9% nu.
Welke groepen komen moeilijk rond?
Van de groep 45-55 jaar heeft 44% moeite met rondkomen. Van de gepensioneerden is dat 31%. Huishoudens met een plotseling lager inkomen of bij wie door omstandigheden de uitgaven flink zijn gestegen, hebben duidelijk meer moeite met rondkomen: 56%.
Huishoudens met lagere inkomens hebben meer moeite met rondkomen (23%) dan de midden- en hoge inkomens (7-8%). 15% van de huishoudens met een laag inkomen komt makkelijk rond. Dat zijn vooral mensen die een spaarpotje hebben voor onverwachte uitgaven en voorzichtiger zijn met hun aankopen.
Voor alle inkomensgroepen geldt: hoe minder geld iemand achter de hand heeft, hoe moeilijker hij kan rondkomen. Mensen met midden- en hoge inkomens die moeilijk kunnen rondkomen, hebben ook vaker een rommelige administratie. Mensen die als kind hebben geleerd om met geld om te gaan, kunnen makkelijker rondkomen.
Meer problemen bij wisselende inkomsten
1 op de 5 werkenden heeft wisselende inkomsten. Dat zijn vooral zzp’ers, mensen die op oproepbasis werken en mensen met een flexibel contract. De afgelopen 15 jaar is het aantal flexwerkers tussen de 25 en 65 jaar met ongeveer 75% gestegen tot 2 miljoen.
Ook als ze evenveel verdienen, zijn er duidelijke verschillen tussen mensen met een vast inkomen en mensen met een wisselend inkomen. Mensen met een wisselend inkomen:
- komen minder vaak makkelijk rond: 27% (bij vaste inkomens is dat 42%);
- hebben meer moeite om te bepalen hoeveel ze kunnen uitgeven;
- weten minder goed of ze recht hebben op toeslagen en andere voorzieningen;
- hebben meer moeite met sparen: 65% van hen spaart (bij vaste inkomens is dat 82%);
- zetten minder vaak geld opzij voor hun pensioen: 49% (bij vaste inkomens is dat 62%);
Juist bij een wisselend inkomen is het belangrijk om geld achter de hand te hebben en financieel overzicht te hebben. Het Nibud wil dat voorzieningen, beleid en regelingen beter op deze groep worden afgestemd.
Minder huishoudens staan rood
Het aantal huishoudens dat nooit roodstaat, is gestegen. In 2018 is dat 61% van de huishoudens tegenover 36% in 2005. Zowel het percentage dat niet kan roodstaan is toegenomen als het percentage dat zelf zorgt dat ze niet roodstaan. Dat zie je bij alle leeftijdsgroepen.
Dit kan komen door strengere eisen van de bank. Ook de uitgebreide mogelijkheden van mobiel bankieren spelen een rol. Denk aan alerts instellen en snel geld overboeken via je telefoon.
Kwart huishoudens is onbekend met recht op toeslagen
27% van de huishoudens zegt niet te weten of ze recht hebben op toeslagen. Bij mensen met een hoger inkomen ligt dit percentage hoger. Zij gaan er waarschijnlijk van uit dat ze geen recht hebben op toeslagen.
Ook 1 op de 6 huishoudens met een laag inkomen weet niet of ze recht hebben op toeslagen. Het Nibud vermoedt dat deze groep daardoor bepaalde toeslagen misloopt.
Pinnen is de meest gebruikte betaalvorm
Ook al hebben we voorkeur voor pinnen, toch betalen we ook nog steeds regelmatig contant:
- 35% van de mensen gebruikt beide betaalvormen even vaak;
- 49% pint vaker dan hij cash betaalt;
- 15% betaalt vaker cash dan met pin; bij mensen met lagere inkomens zelfs 24%.
Makkelijker rondkomen als de administratie op orde is
- Meer mensen bekijken wekelijks hun banksaldo (82% in 2018 tegenover 67% in 2012).
- Mensen die moeilijk rondkomen en die makkelijk rondkomen, bekijken even vaak hun saldo.
- 61% werkt wekelijks de administratie bij; 16% doet dat minder dan 1 keer per maand.
- 62% van de mensen opent dagelijks zowel zijn papieren post als zijn e-mail. Bij mensen die moeilijk rondkomen, is dat slechts de helft.
Lang niet alle huishouden houden hun inkomsten en uitgaven bij. Huishoudens die moeilijk rondkomen hebben meer inzicht in hun inkomsten en uitgaven dan huishoudens die makkelijk rondkomen. Waarschijnlijk beginnen mensen hiermee als ze betalingsproblemen hebben of moeite met rondkomen.
Hoe houden mensen overzicht over hun inkomsten en uitgaven?
- 26% heeft aparte rekeningen voor verschillende soorten uitgaven;
- 29% houdt in het hoofd bij hoeveel hij aan verschillende soorten uitgaven kan besteden.
- 58% kijkt maandelijks hoeveel hij aan verschillende uitgaven kan besteden.
- 41% vergeet weleens abonnementen doordat die via een automatische incasso lopen. Bij lagere inkomens komt dat minder vaak voor dan bij hogere inkomens. Zij hebben meestal ook minder abonnementen.
- 49% van de mensen maakt jaarlijks een overzicht van zijn inkomsten en uitgaven. 27% heeft dat nog nooit gedaan.
Mensen die jaarlijks een overzicht maken, controleren ook vaker hun banksaldo. Ze werken wekelijks de administratie bij en vergeten minder vaak abonnementen. Ze weten ook beter hoeveel ze uitgeven aan verschillende soorten uitgaven.
Financiële opvoeding helpt om beter met geld om te gaan
Mensen die als kind hebben geleerd met geld om te gaan, hebben vaker een verantwoord bestedingsgedrag. Ze vergelijken vaker prijzen en letten op aanbiedingen. Als ze iets willen kopen, bedenken ze vooraf waaraan een product moet voldoen. Ze gaan na óf ze het kunnen betalen en komen minder vaak voor verrassingen te staan door extra kosten. Ongeveer 7 op de 10 huishoudens doen dit.
Er is wel een duidelijk verschil in impulsieve aankopen: van de huishoudens die makkelijk rondkomen, heeft 82% dit ‘bedachtzame’ aankoopgedrag. Bij de huishoudens die moeilijk rondkomen, is dat slechts 53%.
Spaargedrag blijft hetzelfde
- 17% van de huishoudens heeft geen spaarrekening. Dat is al jaren zo.
- Van de huishoudens met een spaarrekening heeft 36% minder dan €5.000 aan spaargeld. Ook dat is al jaren stabiel.
- 31% van de huishoudens zegt genoeg geld achter de hand te hebben om zijn 2 duurste bezittingen direct te kunnen vervangen. Denk aan auto, tv of huishoudelijke apparaten.
- 77% van de mensen heeft geld om het eigen risico van de zorgverzekering te kunnen betalen en dat van een eventuele partner. Ruim een kwart van de huishoudens betaalt het eigen risico via een voorschot aan de zorgverzekeraar.
Voorbereiding op pensioen begint bij 55 jaar
40% van de huishoudens heeft geen idee of ze na hun pensionering kunnen rondkomen. Pas vanaf 55 jaar gaan mensen zich daarin verdiepen. Toch weet ook 23% van 55- tot 65-jarigen nog altijd niet of ze na hun pensionering kan rondkomen. Ze moeten dit nog uitzoeken of zien het straks wel.
Ook zetten weinig mensen geld apart voor later. Vooral 45-plussers willen wel sparen, maar ruim een derde heeft daar geen geld voor.