Spring naar content

Huidig inkomensondersteuningssyteem onvoldoende om armoede tegen te gaan

Een bestudering van vijf jaar armoedebeleid bij tachtig gemeenten

13 november 2020

Het Nibud heeft, sinds de invoering van de participatiewet in 2015, het armoedebeleid van tachtig gemeenten bestudeerd. Hoewel er zeker nog knelpunten te benoemen zijn, wordt uit dit verslag wel duidelijk dat er door heel het land met creatief en volhardend te werk wordt gegaan om mensen verder te helpen. 

Vier huishoudtypen krijgen onvoldoende ondersteuning

Bij de meeste gemeenten lukt het niet om alle inwoners op financieel vlak voldoende te ondersteunen. Het Nibud constateert dat er ten minste vier huishoudtypen zijn die niet de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om ook daadwerkelijk rond te komen. Het gaat hierbij om:

  • Jongeren tot 21 jaar met minimumloon of bijstandsuitkering. 
  • Stellen met een bijstandsuitkering en twee (of meer) kinderen van 12 jaar en ouder. 
  • Mensen met een minimuminkomen en hoge zorgkosten. 
  • Mensen met een flexibel inkomen. 

Het Nibud helpt gemeenten onder andere met Minimaeffectrapportages (MER), waarin het landelijk- en lokale armoedebeleid worden doorgerekend. Hierdoor wordt zichtbaar welke huishoudtypen rond kunnen komen en welke niet, en worden gemeenten geadviseerd over welke groepen extra ondersteuning nodig hebben vanwege hun kwetsbaarheid. Uit deze analyses komen verder de volgende zaken naar voren:

Inkomensondersteuningmaatregelen zijn ongeschikt voor de huidige samenleving

Ze zijn te ingewikkeld om mee te werken, wat tot tekorten en geldproblemen leidt. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat het regelen van geldzaken zo min mogelijk moeite kost en zo min mogelijk risico’s met zich meebrengt. Het Nibud adviseert om de bestaande regelingen te vereenvoudigen en dit versneld te doen, zeker met het oog op de huidige corona-crisis en de gevolgen voor de economie. 

Verhoog minimumloon en bijstand

Vooral stellen met een bijstandsuitkering en jongvolwassenen met een minimuminkomen hebben moeite om rond te komen. Om hierop in te spelen adviseert het Nibud het volgende: 

  • Verhoging van bijstand en minimumjeugdloon.
  • Verhoging van bijstand voor stellen met kinderen van 12 jaar en ouder. Op dit moment is de bijstandsuitkering niet toereikend voor gezinnen met oudere kinderen. 
  • Biedt bescherming voor mensen met hoge zorgkosten en een laag inkomen. Gezondheidsproblemen moeten niet leiden tot geldproblemen. 
  • Pas het minimabeleid aan op mensen met een laag en flexibel inkomen. Een hoog inkomen in het verleden of een eigen huis moet niet per definitie betekenen dat mensen geen inkomensondersteuning meer krijgen. 
  • Geef gemeenten meer ruimte om maatwerk te kunnen leveren, zodat de participatie van inwoners kan worden bevorderd. Een gemeentelijke bijdrage van 50 euro per jaar om te kunnen sporten is niet voldoende. 

Intergemeentelijke ongelijkheid

Het Rijk moet ervoor zorgen dat gemeenten voldoende financiering krijgen om armoede te kunnen bestrijden. Op dit moment hebben gemeenten niet voldoende budget beschikbaar, waardoor gemeenten keuzes moeten maken. Aangezien niet iedere gemeente dezelfde afwegingen maakt, kan het voorkomen dat huishoudtype A in de ene gemeente wel rond kan komen en in de andere niet. 

Coronacrisis

Naar aanleiding van de coronacrisis is het ook van groot belang dat er voldoende financiering vanuit het Rijk komt. Zonder extra middelen zullen gemeenten minder in staat zijn om kwetsbare groepen financieel te ondersteunen.
 

Gerelateerde artikelen

Aan de slag met armoede en schulden: een stappenplan

Stel in 5 stappen een effectief plan van aanpak op voor armoede en schulden. Je ontdekt wat al goed gaat in je gemeente of organisatie, en wat beter kan. Met…

Wat werkt bij de aanpak van armoede en schulden?

Hoe kun je mensen met financiële problemen helpen? Wat werkt in de praktijk? En welke groepen mensen lopen het meeste risico om in de problemen te komen? Een dossier met…

Kennis in uitvoering

Vaak bereikt wetenschappelijke kennis over gedragsverandering niet de praktijk van de schuldhulpverlening. Als dat wél gebeurt, is die kennis vervolgens lastig te vertalen naar concrete acties. Omdat nieuwe inzichten belangrijk…