Huishoudens in de rode cijfers 2015
5 november 2015
Tussen 2009 en 2015 is het aantal onzichtbare huishoudens met schulden gestegen. Het is belangrijk dat gemeenten deze groep in beeld krijgen. Dit rapport beschrijft de kenmerken van huishoudens met financiële problemen, de oorzaken van hun problemen en hoe mensen hun schulden proberen op te lossen.
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om schuldhulp te bieden. Ze hebben daardoor een redelijk beeld van de problemen en kenmerken van huishoudens met schulden. Maar lang niet iedereen die schulden heeft, meldt zich bij de gemeente. Wie zijn deze ‘onzichtbare schuldenaren’? Waarom zoeken ze geen schuldhulp en hoe lossen zij hun financiële problemen op?
Dit rapport beantwoordt de volgende vragen:
- Hoeveel zichtbare en onzichtbare huishoudens met schulden zijn er in Nederland?
- Hoe zijn hun financiële problemen ontstaan?
- Wat zijn de kenmerken zijn van deze huishoudens?
- Hoe proberen mensen hun financiële problemen op te lossen?
- Wat is de rol van life events (emotionele gebeurtenissen), zoals ontslag en scheiding?
Gemeenten en andere organisaties die schuldhulp bieden, kunnen de informatie uit dit rapport gebruiken bij vroegsignalering en schuldpreventie. Want het is belangrijk dat gemeenten de onzichtbare huishoudens met schulden in beeld krijgen.
De schuldenproblematiek is verergerd
Vergeleken met 2012 en 2009 zijn er meer huishoudens met problematische schulden. Het aantal huishoudens dat minstens 5 keer per jaar voor meer dan 500 euro rood staat, is iets afgenomen. Het aantal huishoudens met creditcardschulden boven de 500 euro is gelijk gebleven.
193.000 huishoudens krijgen schuldhulp. Bijna 1,2 miljoen huishoudens heeft risicovolle of problematische schulden, maar maakt geen gebruik van formele schuldhulp. Als je deze getallen bij elkaar optelt, blijkt dat bijna 1 op de 5 huishoudens risicovolle of problematische schulden heeft.
Financiële problemen hebben grote gevolgen
Aanmaningen en deurwaarders leiden tot stress. Dat kan een negatieve invloed hebben op bijvoorbeeld de schoolprestaties van kinderen, op re-integratietrajecten en psychische problemen. Bovendien zijn schulden en stress slecht voor ons probleemoplossend vermogen.
De toename van achterstallige betalingen en schulden door de economische crisis sinds 2008 is schokkend
– Sociale Alliantie
Zo’n 2.000 huishoudens deden mee aan een telefonische enquête. Nog eens 8.500 huishoudens vulden dezelfde vragen in via internet. 200 huishoudens hebben meegewerkt aan een interview. Dat ging niet alleen over inkomen, bezittingen en schulden, maar ook over oorzaken en oplossingen.
Naar aanleiding van het onderzoek kun je Nederlandse huishoudens in 4 groepen indelen. Alleen van de laatste groep is de precieze omvang bekend, omdat deze huishoudens formele hulp krijgen.
- Groep 1: huishoudens zonder risico op problematische schulden. Dit geldt voor ongeveer 82% van de huishoudens.
- Groep 2: huishoudens met risicovolle schulden die geen formele hulp krijgen. Dit geldt voor 8,1% tot 11,3% van de huishoudens. Dat zijn minimaal 614.000 huishoudens.
- Groep 3: huishoudens met problematische schulden die geen formele hulp krijgen. De schattingen voor deze groep liggen tussen de 4,6% en 7,5% van de huishoudens. In absolute aantallen zijn dat tussen de 351.000 en 571.000 huishoudens.
- Groep 4: huishoudens met problematische schulden die in een wettelijk schuldhulpverleningstraject (WSNP) zitten of minnelijke schuldhulp krijgen. Deze groep bestaat uit 2,5% van de huishoudens. Dat zijn 193.000 huishoudens.
Wanneer wordt een risicovolle schuld een problematische schuld?
Dat hangt vooral af van de aflossingscapaciteit, het bedrag dat een huishouden per maand kan afbetalen. Als de schuld hoger is dan de aflossingscapaciteit, dan zijn de schulden al snel niet meer te dragen. Huishoudens met problematische schulden hebben een grotere schuldenlast én een lager inkomen of een lagere aflossingscapaciteit dan huishoudens met risicovolle schulden.
De volgende 5 signalen wijzen op problematische schulden:
- Een huishouden heeft meer dan 3 soorten achterstallige rekeningen.
- Er zijn 1 of meer betalingsachterstanden voor hypotheek, huur, elektriciteit, gas of water, ziektekostenverzekering, of een afbetalingsregeling.
- De hoogte van de betalingsachterstand bedraagt in totaal meer dan 500 euro.
- Een huishouden staat minstens 1 keer per maand rood voor meer dan 500 euro.
- Een huishouden heeft een creditcardschuld van meer dan 500 euro.
De onderzoekers komen tot de volgende 10 conclusies:
1. Meer huishoudens met problematische schulden
In totaal heeft bijna 1 op de 5 huishoudens risicovolle of problematische schulden. De afgelopen 6 jaar is vooral het aantal onzichtbare huishoudens met schulden gestegen. Verder zijn er, vergeleken met 2012 en 2009, minder huishoudens met kleine betalingsproblemen en meer huishoudens met grote financiële problemen.
2. Meer achterstallige rekeningen, minder krediet
Vergeleken met 2012 en 2009 hebben meer huishoudens achterstallige rekeningen. Het aantal huishoudens dat regelmatig rood staat of een creditcardschuld heeft, is gedaald.
3. Flinke regionale verschillen
De problemen zijn het grootst in de regio’s Rijnmond, Haaglanden, Rivierenland, Midden-Gelderland en Zuid-Limburg.
4. Kenmerken van huishoudens met problematische schulden
Huishoudens met een laag inkomen, een huurwoning en geen kinderen hebben vaker problematische schulden.
5. Kenmerken van huishoudens met risicovolle schulden
De kans op risicovolle schulden is iets groter bij laagopgeleide jonge stellen met kinderen, een laag inkomen en een niet-westerse afkomst. In deze groep zitten zowel huishoudens met kredieten als huishoudens met betalingsachterstanden.
6. Schulden ontstaan door een combinatie van factoren
Een huishouden belandt nooit door één factor in de schulden. Factoren die een rol spelen, zijn:
- omgevingsfactoren;
- bewust en onbewust gedrag;
- life events zoals een overlijden of scheiding;
- persoonlijke factoren, zoals laaggeletterdheid, een licht verstandelijke beperking, verslaving en psychiatrische problemen.
Veel huishoudens met risicovolle schulden zien niet in dat ze een probleem hebben. Bij hen is onbewust, irrationeel gedrag vaak de oorzaak van hun financiële problemen.
Als de schulden eenmaal problematisch zijn, kunnen huishoudens die niet langer negeren. De schulden beheersen hun leven. Dat leidt tot stress en onverstandige oplossingen voor de korte termijn. Deze huishoudens sluiten bijvoorbeeld een lening af met een hoge rente.
7. Weinig reserves, maar wel hulp van sociaal netwerk en niet-financiële hulpverleners
De meeste huishoudens houden wel hun inkomsten en uitgaven bij. Ze hebben alleen weinig reserves. Ze schrikken achteraf van rentetarieven en andere financiële voorwaarden. Als reactie daarop komt een deel van de huishoudens in actie: ze bezuinigen of proberen hun inkomen te vergroten. Andere huishoudens negeren of ontkennen hun financiële problemen.
Huishoudens zonder formele schuldhulp krijgen vooral hulp uit hun sociale netwerk of van niet-financiële hulpverleners. Denk aan maatschappelijk werkers of via medewerkers van Jeugdzorg.
8. Mensen zien schuldhulp als laatste redmiddel
De drempel om van schuldhulp gebruik te maken, is hoog. Als mensen toch die stap zetten, zijn ze meestal positief over de hulp. Ze zijn blij dat ze meer inzicht hebben in de schulden en dat ze niet zelf hoeven te onderhandelen met schuldeisers. Ook noemen ze de hulp een stok achter de deur.
9. Preventie en vroegsignalering nog belangrijker
Om een effectief preventiebeleid op te zetten, moeten gemeenten meer kennis verzamelen over huishoudens met risicovolle schulden. Ook moet de drempels voor schuldhulp omlaag. Daarom moeten instanties de positieve kanten van schuldhulp meer gaan benadrukken.
Verder moeten gemeenten zorgen dat mensen realistische verwachtingen hebben van schuldhulp. Soms denken mensen namelijk dat ze zelf niets hoeven te doen als ze in een schuldhulptraject zitten.
De onzichtbare huishoudens met risicovolle of problematische schulden kun je mogelijk bereiken via huisartsen, maatschappelijk werkers, psychologen, scholen, UWV en schuldeisers. Het is daarvoor belangrijk dat de gemeente en andere betrokken partijen goed samenwerken. De gemeente kan deze instanties uitleggen hoe ze schulden kunnen signaleren.
10. Schuldpreventie bij crisissituaties
Vaak ontstaan schulden door crisissituaties zoals scheiding, ontslag en ziekte. Lang niet alle mensen die zo’n life event meemaken, zijn in beeld bij gemeenten en schuldhulp. Maar ze lopen wél meer risico op financiële problemen. Preventie bij life events voorkomt instroom in de toekomst.
Onderzoeksperiode
De cijfers gaan over september 2013 t/m mei 2015. De cijfers van 2015 worden vergeleken met die uit 2012 en 2009. Toen verschenen namelijk eerdere versies van dit rapport.