Nibud scholierenonderzoek 2025
5 maart 2025
Het Nibud onderzoekt geregeld hoe leerlingen in het voortgezet onderwijs met hun geld omgaan. In dit onderzoek, in samenwerking met ABN AMRO, is gekeken naar de manier waarop scholieren tussen de 12 en 18 jaar met verschillende betaalmethoden omgaan en hoe ze overzicht houden over hun inkomsten en uitgaven.
Scholieren hebben verschillende inkomstenbronnen. De belangrijkste zijn zakgeld (85%), geld van familie voor een verjaardag, feesten en/of rapport (57%) en een bijbaan (49%). Het gemiddelde bedrag aan zakgeld bedraagt €40 per maand. In 2020 bedroeg dit nog gemiddeld €31 per maand. Belangrijke uitgavenposten voor scholieren zijn snacks, snoep en drinken, cadeaus voor anderen en leuke dingen doen met vrienden.
Overzicht houden op geldzaken
Gebleken is dat veel scholieren nog niet actief bezig zijn met overzicht houden op geldzaken. Redenen hiervoor zijn dat zij dit niet nodig vinden, of vinden dat het volstaat om bij- en afschrijvingen op hun betaalrekening bij te houden. Hierdoor hebben ze weinig zicht op hun contante geld of uitstaande betaalverzoeken. Van de scholieren die alleen hun bij- en afschrijven bijhouden, geeft een groot deel aan hier geen moeite mee te hebben. Wel vinden scholieren het over het algemeen makkelijker om bij te houden hoeveel zij ontvangen dan hoeveel zij uitgeven: 65% vindt het (heel) makkelijk om bij te houden hoeveel ze ontvangen, terwijl maar 49% het (heel) makkelijk vindt om bij het houden hoeveel ze uitgeven.
Geldtekort
Ruim de helft (53%) van de scholieren heeft vaak of soms geld tekort. Dit is vergelijkbaar met de situatie in 2020, toen gaf 55% van de scholieren aan dit probleem te ervaren. Scholieren die wel eens geld tekortkomen maken zich vaker zorgen om geld dan scholieren die nooit geldtekort ervaren. Hierbij is een effect te zien in leeftijd: jongere leeftijdsgroepen (tussen de 12 en 14) maken zich minder vaak zorgen dan oudere leeftijdsgroepen (tussen de 15 en 18).
Scholieren die geldtekort ervaren ondernemen verschillende acties om dit geldtekort op te lossen. Zo vraagt 56% extra geld aan ouders, doet 22% extra klusjes of werk, gebruikt 21% hun spaargeld en leent 12% geld bij vrienden of vriendinnen. Van de scholieren die geld tekort komen geeft 39% aan niks te doen.
Betaalmiddelen
Scholieren maken gebruik van alle gangbare betaalmiddelen zoals contant geld, de pinpas en IDEAL. De pinpas is hierbij het populairst in het dagelijkse betalingsverkeer. Daarnaast worden ook betaalverzoeken (zoals Tikkie) en achteraf betalen (zoals Klarna) wel eens gebruikt door scholieren om te betalen.
Sparen
79% van de scholieren spaart. Dit is vergelijkbaar met 2020, toen spaarde 81% van de scholieren. Scholieren die niet sparen geven hier als belangrijkste redenen voor dat ze te weinig geld hebben en het geld te makkelijk uitgeven. Ook geeft 21% van de scholieren aan dat er door ouders wordt gespaard of dat zij zelf geld genoeg hebben en daardoor niet hoeven te sparen.
36% van de scholieren spaart automatisch een vast bedrag per maand. De meeste scholieren paren alleen het geld dat zij iedere maand overhouden. Ten opzichte van 2020 wordt er voor het sparen vaker gebruik gemaakt van een spaarrekening (45% ten opzichte van 31%). Het percentage dat spaart in een spaarpot is nagenoeg gelijk gebleven, namelijk 33%.
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het onderzoek zijn er een aantal aanbevelingen opgesteld om scholieren te stimuleren op te groeien zonder financiële problemen. Deze aanbevelingen zijn vooral bedoelt voor ouders, maar ook voor leraren of beleidsmedewerkers:
- Help scholieren bij het maken en houden van een overzicht over de financiën.
- Zorg voor een beter toezicht op achteraf betalen
- Praat met elkaar over betaalverzoeken
- Leer scholieren rondkomen van een budget