Spring naar content

Nibud Studentenonderzoek 2021

Onderzoek naar de geldzaken van hbo- en wo-studenten

1 juni 2021

Dit rapport van het Nibud geeft de uitkomsten van een periodiek onderzoek naar de financiële situatie van hbo- en wo-studenten. De laatste resultaten van dit onderzoek dateren uit 2017. Sinds die tijd is de eerste groep studenten afgestudeerd die volledig binnen het nieuwe studiefinancieringsstelsel is gevallen. Aangezien de basisbeurs binnen dit stelsel is weggevallen brengt dit onderzoek waardevolle inzichten aan het licht met betrekking tot de invloed van het nieuwe studiefinancieringsstelsel op het leengedrag van studenten.

Uit het onderzoek komen verschillende positieve punten naar voren:

  • Studenten geven aan dat zij minder geld tekort komen en beter kunnen rondkomen dan in 2017.
  • De meerderheid van de studenten spaart (91 procent). In verhouding met met 2017 zijn er meer studenten die ook nog eens meer per maand sparen. 24 procent van de studenten is door de coronapandemie meer gaan sparen.
  • Het percentage studenten met een studieschuld is gedaald, van 73 procent in 2017 naar 65 procent nu.

Inkomsten

De inkomsten van studenten zijn in 2021 iets hoger dan in 2017. Vanwege de lockdowns en gevolgen van corona geven studenten minder geld uit. Hun inkomsten komen voornamelijk uit studiefinanciering, bijbaantjes en het geld dat zij van ouders krijgen.

Ten opzichte van 2017 is het percentage van studenten dat een bijbaan heeft gelijk gebleven. De inkomsten die zij uit bijbanen krijgen zijn wel gestegen (van 409 euro naar 508 euro). Studenten die nog bij hun ouders wonen hebben vaker een bijbaan dan studenten die op zichzelf wonen (75 procent tegenover 67 procent). Uitwonende studenten verdienen wel meer, vermoedelijk omdat zij vaak ouder zijn dan de thuiswonenden.

In 2017 ontving ongeveer 58 procent van de studenten geld van hun ouders. In 2021 is dat 68 procent, een stijging van 10 procent. Daarnaast is het bedrag dat studenten van hun ouders ontvangen gemiddeld hoger dan 4 jaar terug. In 2017 bedroeg dit bedrag 165 euro, maar in 2021 bedraagt dit 211 euro. Het bedrag dat uitwonenden van hun ouders ontvangen is ongeveer 339 euro per maand, terwijl dit bij thuiswonenden 109 euro per maand is. Studenten met een bijbaan ontvangen gemiddeld minder geld en ook minder vaak geld van hun ouders dan studenten zonder bijbaan.

Lenen en schulden

Het percentage van de studenten dat geld leent bij DUO is ten opzichte van 2017 gedaald van 55 procent naar 45 procent. De voornaamste daling is waarneembaar bij thuiswonende studenten. Daarnaast maken thuiswonenden ook minder gebruik van het studenten-reisproduct en van collegegeldkrediet. Van de uitwonende studenten heeft 65 procent een lening bij DUO, wat ongeveer gelijk is aan het percentage in 2017.

65 procent van de studenten heeft een studieschuld. Dit percentage ligt lager dan in 2017 (73 procent). Bij 49 procent van de studenten met een studieschuld is deze schuld 10.000 euro. 42 procent van de studenten met een studieschuld maakt zich vaak zorgen over de hoogte van de studieschuld, 56 procent over de gevolgen van de studieschuld voor latere financiële beslissingen (zoals het kopen van een huis), 43 procent over het afbetalen en 28 procent over het afronden van de studie binnen de gestelde tijd in verband met terugbetalen. Dit percentage ligt hoger onder studenten die vanwege de coronapandemie studievertraging hebben opgelopen.

Meer studenten met een studieschuld vinden dat lenen bij DUO te makkelijk wordt gemaakt: 41 procent in 2021 tegen 36 procent in 2017. Er zijn minder studenten met een studieschuld die lenen bij DUO een investering in de toekomst vinden: 44 tegen 55 procent in 2017.

Ruim de helft van de studenten die lenen doet dit om hun studie te kunnen betalen. De belangrijkste reden om niet te lenen is om geen studieschuld te krijgen (55 procent). Minder studenten hebben gekeken naar wat je maximaal kunt lenen en dat bedrag geleend. Dit percentage is gedaald van 31 procent in 2017 naar 19 procent in 2021.

Thuiswonende studenten

De ouders van thuiswonende studenten betalen meer van hun kosten dan de ouders van uitwonende studenten. Bij de thuiswonende studenten nemen ouders de volgende zaken vaker voor hun rekening: de aansprakelijkheidsverzekering (50 versus 4 procent), de telefoonverzekering (19 versus 11 procent) en de reisverzekering (42 versus 11 procent). Thuiswonende studenten betalen zelf vaker: de telefoon (54 versus 29 procent), studiespullen (53 versus 21 procent) en de zorgverzekering (50 versus 38 procent).

Daarnaast zien we bij thuiswonende studenten dat ouders de volgende uitgaven vaker dan in 2017 volledig voor hun rekening nemen: reisverzekering (gestegen van 33 naar 42 procent); telefoon (gestegen van 20 naar 29 procent); studieboeken (gestegen van 25 naar 33 procent); studiespullen (gestegen van 14 naar 21 procent); aansprakelijkheidsverzekering (gestegen van 39 naar 50 procent); telefoonverzekering (gestegen van 11 naar 21 procent).

Zorgtoeslag

In 2021 hebben studenten minder zorgtoeslag aangevraagd dan in 2017. Dit percentage is gedaald van 87 naar 78 procent. 24 procent van de studenten die geen zorgtoeslag ontvangen geeft aan niet te weten wat zorgtoeslag is. Daarnaast deed slechts 51 procent van de studenten met een bijbaan belastingaangifte.

Leenstelsel

Rondom de regels van het leenstelsel bestaat een hoop onduidelijkheid. De renteregels rondom studieschulden zijn het minst bekend bij studenten. Een derde van de studenten is er niet van op de hoogte dat ze rente betalen vanaf het moment dat ze studieschuld opbouwen. 28 procent van de studenten denkt dat je pas rente betaalt als je bent afgestudeerd. Ook zijn studenten minder bekend met de regels rondom bijverdienen en aanvullende beurs. Slechts 20 procent weet dat er geen bovengrens is aan wat je mag bijverdienen in 2020. 27 procent weet dat je het bedrag van de aanvullende beurs mag bijlenen als je geen recht hebt op een aanvullende beurs.

Van de studenten die niet hebben uitgezocht of ze recht hebben op een aanvullende beurs geeft een kwart aan dat ze niet wisten dat ze die konden aanvragen.

Bijna driekwart van de studenten heeft behoefte aan informatie over studeren en geldzaken. Studenten hebben het meest behoefte aan informatie over wat de financiële gevolgen zijn van lenen (55 procent), hoe en wanneer ze hun studieschuld moeten afbetalen (44 procent) en of ze in aanmerking komen voor toeslagen (36 procent).

Gerelateerde artikelen

Aanpak geldzorgen bij mbo-studenten

MBO-professionals kunnen bijdragen aan het voorkomen en doorbreken van deze problemen. Deze handreiking biedt concrete methoden en werkwijzen voor het signaleren, ondersteunen en stimuleren van studenten met geldzorgen.

Bewust lenen bij studenten bevorderen

Studenten die geld lenen bij DUO weten vaak niet hoe hoog hun studieschuld uiteindelijk wordt. Maar het is belangrijk dat ze weten welke gevolgen de keuze voor een bepaald leenbedrag…

Financiële problemen signaleren en studenten begeleiden

Hoe begeleiden hogescholen studenten met financiële problemen? Wat is er voor hen geregeld en werkt dat? Wat vinden de medewerkers en studenten van die begeleiding? Waar gaat het mis en…