Omgaan met kinderarmoede in het sociaal domein
24 juni 2021
Eén op de dertien kinderen of jongeren in Nederland groeit op in armoede. De thuisomgeving van deze kinderen en jongeren, en ook hun buurt, is vaak minder gunstig en stimulerend. Hierdoor hebben zij te maken met materiele en immateriële achterstanden, die hen op alle levensdomeinen belemmeren in hun ontwikkeling. Kinderen in armoede geven aan behoefte te hebben aan een volwassene – anders dan kun ouders – die langdurig naast hen kan staan en naar hen luistert. Professionals in het sociaal domein kunnen bij uitstek een belangrijke rol spelen in het verminderen van (de gevolgen van) kinderarmoede en het versterken van de leefomgeving van kinderen en jongeren, thuis en buitenshuis. Het omgaan met kinderarmoede is echter complex, en het voorkomen van en omgaan met kinderarmoede vraagt om alertheid en expliciete aandacht van professionals. Daarom biedt deze handreiking werkwijzen voor professionals in het sociaal domein om armoede te signaleren en kinderen, jongeren en ouders in armoede te ondersteunen en stimuleren.
Armoede kan elk kind overkomen, ook kinderen en jongeren bij wie je het op het eerste gezicht niet verwacht. Dat maakt het signaleren van armoede ingewikkeld. Extra alertheid op armoede is van belang bij kinderen van ouders die gescheiden zijn of die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn. In absolute aantallen komt armoede het meest voor bij kinderen met autochtone werkende ouders die weinig uren werken en/of een flex contract hebben, of structureel te weinig verdienen.
Gevolgen van opgroeien in armoede
Kinderen en jongeren ervaren uitsluiting als zij basale zaken missen, uit de toon vallen bij hun leeftijdsgenoten of als zij niet mee kunnen doen met activiteiten. Ook schamen zij zich om leeftijdsgenoten thuis te ontvangen. Schulden, echtscheiding, het verlies van een baan, slechte woonomstandigheden of dreigende uithuiszetting leiden tot spanning en stress. Daarnaast belemmert opgroeien in armoede kinderen en jongeren ernstig in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook hebben zij een groter risico op psychosociale problemen, probleemgedrag, slechte gezondheid en op de langere termijn op jeugdcriminaliteit en -werkloosheid.
De rol van professionals
Sociaal professionals komen in heel verschillende armoedesituaties terecht. Hoe verschillende de situaties ook zijn, het omgaan met kinderen, jongeren en ouders in armoede vraagt om dezelfde aspecten in de basishouding van de professionals, namelijk:
- Oog en oor hebben voor de jeugd
- Outreachend werken
- Ontschuldigen
- Oprecht zijn
- Optimistisch zijn
Werkwijzen
Onderstaande werkwijzen kunnen helpen om armoede te signaleren en kinderen, jongeren en ouders in armoede te ondersteunen en stimuleren. De werkwijzen zijn onderverdeeld in drie categorieën: signaleren, ondersteunen en stimuleren.
Signaleren
- Relatie opbouwen: het opbouwen van een vertrouwensrelatie met kinderen, jongeren en ouders, om de voorwaarden voor hen te creëren om armoede bespreekbaar te durven maken.
- Herkennen en bespreken: het (vroeg)signaleren van gezinnen die in armoede leven en dit bespreekbaar maken met kinderen, jongeren en ouders.
- Sociale omgeving versterken: een netwerk met laagdrempelige ontmoetingsmogelijkheden en activiteiten in dorp of wijk voor kinderen, jongeren en ouders.
Ondersteunen
- Integrale steun: professionals ondersteunen het gezin bij het in beeld brengen van de gezinssituatie, het stellen van betekenisvolle doelen en het maken en uitvoeren van actieplannen op de verschillende levensdomeinen voor het gezin als geheel en de verschillende gezinsleden afzonderlijk.
- Steun bij opvoeden: het ondersteunen van ouders bij het ouderschap en de opvoeding en het vergroten van de opvoedcompetenties, zodat zij optimaal kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van hun kinderen.
- (In)formele steun: formele en informele steun die geboden wordt door mentoren of maatjes. Zij zijn bondgenoot, coach of mentor voor kinderen, jongeren en ouders die leven in complexe omstandigheden.
- Materiele steun: het ondersteunen van kinderen, jongeren en ouders bij het gebruikmaken van de beschikbare materiële steun en gratis deelname aan activiteiten.
- Steun bij financiële zelfredzaamheid: jongeren en ouders met weinig geld krijgen steun en advies bij het grip krijgen op hun financiën, het aanvragen van financiële ondersteuning en waar nodig een warme toeleiding naar verdergaande financiële ondersteuning en schuldhulpverlening.
- Steun bij schulden: steun gericht op het onder controle krijgen of oplossen van risicovolle en problematische schulden bij jongeren en ouders, rekening houdend met de in het gezin aanwezige kinderen.
Stimuleren
- Financiële opvoeding: activiteiten die kinderen en jongeren voorbereiden om zelfstandig hun financiën te kunnen regelen en hier verantwoordelijkheid in te nemen, en die ouders helpen hierin een goed rolmodel te zijn en hun kind te begeleiden.
- Gezonde leefstijl: het bevorderen van een leefstijl die eraan bijdraagt dat kinderen, jongeren en ouders lichamelijk gezond en fit zijn.
- Veerkracht: het vergroten van de veerkracht van kinderen, jongeren en ouders die in armoede leven door het versterken van beschermende factoren.
- Aanvullend leren: voorzieningen en programma’s die de (talent)ontwikkeling en het leren van kinderen en jongeren bevorderen, voorbereidend of aanvullend op het reguliere onderwijsprogramma.
- Participatie: investeren in het meedoen van kinderen, jongeren en ouders aan het maatschappelijke leven op het terrein van vrijetijdsbesteding, mantelzorg, vrijwilligerswerk, opleiding en arbeid.