Onderzoek naar mensen onder beschermingsbewind
31 augustus 2015
Het aantal mensen met beschermingsbewind is de laatste jaren flink gestegen. Hoe komt dat? Wie zijn deze mensen en waarom hebben ze beschermingsbewind nodig? Kun je hun financiële zelfredzaamheid vergroten? De onderzoekers beantwoorden deze vragen en geven adviezen.
1 januari 2014 is de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap (cbm) ingegaan. In die wet staat onder andere dat ‘verkwisting of problematische schulden’ redenen zijn om beschermingsbewind toe te wijzen. In de praktijk kregen mensen al langer om die redenen beschermingsbewind; daarom was er een wetswijziging nodig
Verkwisting betekent dat je onverantwoorde uitgaven doet. Het is moeilijk om te bepalen wanneer dat precies is: iemand met een hoog inkomen kan meer uitgeven dan iemand met een laag inkomen. Daarom bepaalt een rechter wanneer het verkwisting is.
De rechter wijst ook een bewindvoerder aan. Dat kan bijvoorbeeld een familielid zijn, maar er zijn ook professionele bewindvoerders, die er hun beroep van hebben gemaakt.
In de jaren 2010-2014 is het aantal mensen onder professioneel beschermingsbewind flink gestegen. Dat brengt extra kosten voor gemeenten met zich mee, want veel mensen onder beschermingsbewind hebben een laag inkomen. En dan moeten gemeenten de kosten voor het bewind vergoeden uit de bijzondere bijstand.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil weten:
- welke mensen krijgen beschermingsbewind en waarom;
- hoe komt het dat het aantal mensen onder beschermingsbewind is gestegen;
- hoe kun je de financiële zelfredzaamheid van die mensen vergroten.
Welke mensen krijgen beschermingsbewind en waarom?
De onderzoekers keken naar de groep mensen die tussen 2010 en 2014 beschermingsbewind kregen:
- meer dan de helft is man: dat percentage steeg van 56% in 2010 naar 69% in 2014;
- ongeveer 50% is alleenstaand zonder kinderen;
- ongeveer 20% zijn alleenstaande moeders en gezinnen met kinderen;
- ongeveer 20% woont in een zorginstelling of een project voor begeleid wonen;
- meer dan 40% heeft een verstandelijke beperking;
- het percentage jongeren (25 jaar of jonger) steeg van 6% naar 16%;
- veel mensen onder beschermingsbewind hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt: 35% heeft een bijstandsuitkering en nog eens 35% een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
Beschermingsbewind is bedoeld om bij mensen die dat zelf niet kunnen, de financiën op orde te krijgen. Ook moet beschermingsbewind voor financiële stabiliteit zorgen. De belangrijkste redenen om beschermingsbewind aan te vragen, waren dan ook:
- gebrek aan financiële vaardigheden;
- rust brengen in een lastige financiële situatie die voor stress en spanningen zorgt;
- uit de problematische schulden komen, ook omdat het anders lastig is om mensen op andere terreinen te helpen.
Bij meer dan 95% van de mensen onder beschermingsbewind lukt het om financiële stabiliteit te realiseren
Hoe komt het dat het aantal mensen onder beschermingsbewind is gestegen?
De belangrijkste oorzaken die bewindvoerders en gemeenten noemen:
- Door de economische crisis zijn meer mensen in de schulden gekomen. Vooral mannen kwamen vaker in de problemen.
- De samenleving is ingewikkelder geworden. Denk aan de digitalisering en het toeslagenstelsel. Toeslagen die je onterecht hebt gekregen, moet je achteraf terugbetalen. Vooral mensen met een laag inkomen komen daardoor in de problemen.
- Jongeren maken steeds meer schulden. Ze hebben steeds minder financiële vaardigheden, waardoor ze vaker onverantwoorde uitgaven doen. Denk aan belkosten of spullen op afbetaling kopen.
De aanpassing van de wet heeft weinig invloed gehad op de stijging van het aantal mensen onder beschermingsbewind. Het percentage mensen dat alléén vanwege ‘problematische schulden en/of verkwisting’ bewind kreeg, bleef tussen 2010 en 2014 bijna gelijk.
Hoe kun je de financiële zelfredzaamheid van mensen onder beschermingsbewind vergroten?
Lang niet alle mensen onder beschermingsbewind kunnen weer financieel zelfredzaam worden. Bij de meeste mensen heeft het daarom geen zin om aan hun financiële zelfredzaamheid te werken. Want dat lukt alleen als mensen:
- financiële vaardigheden kunnen aanleren;
- behalve problematische schulden geen andere problemen hebben;
- gemotiveerd zijn;
- een sociaal netwerk hebben dat ze ondersteunt en motiveert;
- door een levensgebeurtenis in de schulden zijn gekomen, zoals verlies van werk of een scheiding.
Bewindvoerders doen daarom maar bij ongeveer 9% van hun cliënten moeite om de financiële zelfredzaamheid te verbeteren. Ook geven bewindvoerders aan dat ze er te weinig tijd voor hebben en niet goed weten hoe ze het moeten aanpakken. Soms vragen ze daarom hulp van andere partijen: meestal van maatschappelijk werk en soms van de gemeentelijke schuldhulpverlening.
7 adviezen om de financiële zelfredzaamheid van mensen te verbeteren
- Geef meer aandacht aan preventie, bijvoorbeeld via onderwijs, budgetcursussen en budgetcoaching.
- Gemeenten moeten duidelijk maken wat ze aan schuldhulpverlening bieden. Vooral aan mensen met schulden, bewindvoerders en andere betrokken partijen.
- Als je de financiële zelfredzaamheid van mensen wilt verbeteren, richt je dan op mensen onder beschermingsbewind voor wie dat echt zin heeft.
- Ga uit van de situatie van de cliënt en kijk samen met de cliënt en andere betrokken partijen wat de beste aanpak is.
- Geef bewindvoerders concrete middelen om de financiële zelfredzaamheid van hun cliënten te bevorderen. Denk aan een stappenplan, handreiking of een ‘beslisboom’.
- Bij problematische schulden moeten bewindvoerders en schuldhulpverleners eerder en meer samenwerken.
- Nu zijn het vaak zorgverleners of maatschappelijk werkers die mensen stimuleren om beschermingsbewind aan te vragen. Het zou goed zijn als gemeenten meer betrokken zouden zijn bij het beschermingsbewind. Want gemeenten kunnen zorgen voor een meer integrale aanpak.