Spring naar content

Sociale zekerheid en flexibele arbeidsmarkt

Sociale vangnetten voor werkenden met een flexibel arbeidsverband: de huidige balans

9 december 2020

In dit onderzoek van de algemene rekenkamer wordt dieper ingegaan op de mate waarin mensen met flexibel werk op eigen kracht inkomensverlies kunnen opvangen. Hierbij wordt gekeken naar de verschillen tussen groepen mensen met flexibel werk.

Flexibele werknemer

Werknemers met een flexibel contract zijn via hun werkgever verplicht verzekerd tegen inkomensverlies. Mochten zij werkloos worden, dan betekent dit niet dat zij automatisch een uitkering ontvangen. Om in aanmerking te komen voor een uitkering moeten zij namelijk voldoende gewerkt hebben in de periode voordat zij werkloos werden. Aangezien werknemers met een flexibel contract vaak korte periodes van werk afwisselen met werkloosheid is dit voor hen een lastige voorwaarde. 

Ook wordt in dit rapport vastgesteld dat werknemers met een flexibel contract vaker geen vermogen of inkomen van hun partner kunnen gebruiken om inkomensverlies op te vangen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat werknemers met een flexibel contract vaker afhankelijk zijn van de bijstand dan werknemers met een vast contract. 

Niet alleen jongere werknemers met een flexibel contract zijn eerder afhankelijk van de bijstand bij inkomensverlies. Ook werknemers tussen de 35 en 65 jaar die sterk afhankelijk zijn van de inkomsten van flexwerk hebben vaak niet voldoende buffers opgebouwd om inkomensverlies te kunnen opvangen. 

Mensen die langere tijd als uitzendkracht werkzaam zijn hebben een extra hoog risico op het niet kunnen opvangen van inkomensverlies. In verhouding met andere werkenden heeft deze groep minder buffers: één op de drie uitzendkrachten heeft namelijk niet voldoende buffers om inkomensverlies op te vangen. Daarnaast zijn zij, wanneer zij onvoldoende arbeidsverleden hebben opgebouwd, eerder afhankelijk van de bijstand. 

De voornaamste kenmerken van flexwerkers die geen buffers hebben en afhankelijk zijn van de bijstand bij inkomensverlies zijn: 
• degenen die regelmatig werk met geen werk afwisselen;
• zeer lage inkomens hebben;
• een niet-westerse migratie-achtergrond hebben;
• laagopgeleid zijn.

Welke invloed heeft de flexibilisering van werk op de houdbaarheid van sociale zekerheid?

Uit de conclusies van dit onderzoek volgt dat de flexibilisering van werk niet of nauwelijks zorgt voor extra werkgelegenheid. In plaats daarvan vervangt flexibel werk over het algemeen vast werk. Ook is vastgesteld dat werknemers met een flexibel contract én uitzicht op een vaste aanstelling meer leren op het werk dan collega’s die al in het bezit zijn van een vast contract. Dit zorgt ervoor dat hun productiviteit én hun kansen op een beter betaalde baan toenemen. 

Voor flexwerkers zonder uitzicht op een vaste aanstelling is dit niet het geval. Zij krijgen minder scholing en leren minder op het werk. Hun productiviteit groeit minder hard, waardoor de kansen op een beter betaalde baan ook worden beperkt

Tot slot zorgt de flexibilisering van werk voor een verschuiving in de financiering van vangnetten voor inkomensverlies: van premiegefinancierde uitkeringen, zoals werkloosheidsuitkeringen, naar financiering via de algemene belastingmiddelen, zoals bijstandsuitkeringen. Een verschuiving die in 2020 is versterkt door de noodmaatregelen die het kabinet getroffen heeft om inkomensverlies ten gevolge van de coronacrisis te compenseren.
 

Gerelateerde artikelen

(Sociaal) ondernemen en werknemers met schulden

‘Ik verdrink in die schuldhulpjungle’ ‘Geef me gewoon één nummer dat ik kan bellen wanneer mijn medewerker met schulden zit’. Marijke Honing, franchisenemer van McDonalds in Utrecht, windt er geen…

Themakrant Samenwerking beroepskracht en vrijwilliger

Deze themakrant gaat in op de vraag 'Hoe kunnen beroepskrachten en vrijwilligers elkaar versterken?' Wat zegt onderzoeker Jansje van Middendorp over de samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten? En de aanpak…

Versterken kennisbasis rondkomen bij werkenden

Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag wat verschillende groepen mensen nodig hebben en hoe zij beter kunnen worden bereikt met inkomensondersteunende maatregelen.