Spring naar content

Toegankelijkheid van schuldhulpverlening

Rapport

10 oktober 2016

Iemand vraagt om hulp bij het oplossen van zijn schulden. Hoe groot is de kans dat hij schuldhulpverlening krijgt, en wanneer wijzen gemeenten een aanvraag af? De Inspectie SZW zocht het antwoord op deze vragen. Deze publicatie verbreed je kennis over de toegankelijkheid van schuldhulpverlening.

De Inspectie SZW onderzocht hoe toegankelijk de schuldhulpverlening bij gemeenten is. De belangrijkste vragen waren:

  • Kijken gemeenten naar de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager? 
  • Sluiten gemeenten bepaalde groepen uit van schuldhulpverlening? 

100 gemeenten hebben een vragenlijst ingevuld. De Inspectie heeft met 6 gemeenten gesproken, en daar beleidsdocumenten bekeken en dossieronderzoek gedaan. Bij 15 gemeenten heeft de Inspectie een beleidsscreening uitgevoerd. 

Volgens de Inspectie is schuldhulpverlening breed toegankelijk. Veel gemeenten vinden zelf dat het proces rond de toegang tot schuldhulpverlening beter kan.

In de meeste gemeenten kunnen burgers met financiële problemen zich op verschillende plekken melden. Medewerkers geven mensen advies of verwijzen hen door, vaak naar de afdeling Schuldhulpverlening van de gemeente. Van de mensen die daar terechtkomen, krijgt 97% uiteindelijk schuldhulpverlening. 

Schuldhulpverlening bestaat meestal uit een schuldregeling, budgetbeheer of een combinatie daarvan. Sommige gemeenten werken met adviesgesprekken of zetten een budgetcoach in.

Meeste gemeenten kijken naar de persoonlijke omstandigheden 

93% van de gemeenten onderzoekt altijd de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. In veel gemeenten komen bepaalde groepen mensen al bij voorbaat niet in aanmerking voor schuldhulpverlening: 

  • In 39% van de gemeenten komen zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. Zij kunnen Bijstand voor zelfstandigen (Bbz) aanvragen om hun bedrijfsschulden op te lossen. De Inspectie weet niet in hoeveel gemeenten zzp’ers daarnaast hulp kunnen krijgen bij het oplossen van privéschulden. 
  • In 20% van de gemeenten komen mensen met fraudeschulden niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. Dat geldt soms ook voor mensen met onregelbare schulden (18%), betwiste schulden (14%), geen of onvoldoende afloscapaciteit (14%) of een lopende echtscheiding (12%). Een aantal gemeenten (15%) wijst mensen direct af als zij al eerder schuldhulpverlening hebben gehad. 

Maar ook bij deze groepen vindt meestal een afweging plaats op basis van de persoonlijke situatie.

Het komt ook voor dat gemeenten schuldhulpverlening toekennen en later stopzetten omdat mensen zaken verzwijgen, nieuwe schulden maken of niet meewerken. Ze weigeren bijvoorbeeld gegevens te verstrekken, een duur telefoonabonnement op te geven, hun auto te verkopen of goedkoper te gaan wonen.

In 40% van de gemeenten krijgen burgers met meervoudige problematiek soms niet de hulp die ze nodig hebben. Meestal krijgt (psycho)sociale ondersteuning voorrang, terwijl het soms mogelijk is om ook meteen de schulden aan te pakken. 

Relatief veel hulpvragers haken zelf af 

Vaak komen mensen niet meer opdagen op afspraken. Mogelijke oorzaken zijn: 

  1. Mensen schrikken van wat er allemaal nodig is om schuldhulpverlening aan te vragen. Een deel van deze mensen is niet zelfredzaam en heeft niet de vaardigheden om de benodigde gegevens te verzamelen. 
  2. Sommige mensen verwachten een snelle oplossing voor hun schulden en willen daar zelf weinig voor doen.
  3. Soms is er sprake van meervoudige problematiek. Dan staat het oplossen van de schulden bij iemand mogelijk niet voorop. 
  4. Sommige gemeenten geven voorlichtingsbijeenkomsten over schuldhulpverlening. Mogelijk komen mensen uit schaamte niet naar zo’n groepsbijeenkomst.
  5. De wachttijd tussen melding en daadwerkelijke hulp is soms lang. 

Sommige gemeenten proberen het aantal afhakers te verkleinen. Bijvoorbeeld door de wachttijd te verkorten of contact op te nemen met mensen die afspraken niet nakomen. Dat lijkt succes te hebben.

Onvoldoende kennis bij toegangsloket

Sinds de decentralisaties in 2015 kunnen mensen met financiële problemen zich op meer plekken melden. Bijvoorbeeld bij een sociaal wijkteam of de balie Werk & Inkomen op het gemeentehuis. Dit past bij het idee van een brede toegang tot schuldhulpverlening.

In minder dan 10% van de gemeenten kunnen mensen zich alleen melden bij de afdeling Schuldhulpverlening. Ruim 70% van de gemeenten heeft 3 of meer ‘loketten’. 

4 van de 10 van de gemeenten vinden dat er nog onvoldoende kennis over schulden aanwezig is bij de medewerkers van de toegangsloketten. Het is ook belangrijk dat gemeenten weten wie zich meldt, welke hulp iemand krijgt en wat het effect is. Toch registreert 2 op de 3 gemeenten niet alle contacten bij de loketten, en 3% doet dit nooit. 

Voorselectie 

In ruim 40% van de gemeenten vindt bij het toegangsloket een voorselectie plaats. Iemand die geen inwoner is van de gemeente wordt bijvoorbeeld direct afgewezen. Of het is voldoende om iemand te wijzen op wettelijke toeslagen of de bijzondere bijstand.

Omdat er dan geen intake is geweest bij de gemeente, ligt er geen formele aanvraag tot schuldhulpverlening. Een afwijzing is dan geen officiële afwijzing, maar zo’n besluit heeft wel invloed op de toegankelijkheid van de schuldhulpverlening.

Aanvrager ontvangt niet altijd een beschikking 

Het is ingrijpend om iemand niet toe te laten tot schuldhulpverlening. Daarom is het goed om zo’n besluit met collega’s te bespreken. In de helft van de gemeenten gebeurt dit niet (altijd). Dat vergroot de kans op onzorgvuldigheden. 

In ruim 1 op de 5 gemeenten ontvangen mensen geen beschikking over het besluit van de gemeente. Mensen kunnen dan geen bezwaar indienen, terwijl dat wettelijk gezien mogelijk moet zijn. 1 op de 5 gemeenten licht een beschikking niet altijd inhoudelijk toe. Zonder motivatie in de beschikking, wordt deze meestal vernietigd als de aanvrager bezwaar indient.

Gerelateerde artikelen

Nationale Monitor Geldzorgen

De Nationale Monitor Geldzorgen onderzoekt hoe het financieel gaat met Nederlanders. Onderzocht wordt over welke geldzaken Nederlanders zich zorgen maken,...

Overerfbare armoede

De Veenkoloniën kennen de hoogste armoede in Nederland, met hardnekkige intergenerationele armoede en kansongelijkheid. Het essay ‘Verschillende gezichten, diverse paden’ presenteert conclusies en aanbevelingen om deze armoede terug te dringen.

Een onbemind probleem

Hoe gaan overheden om met mensen met problematische schulden? Wat zijn de maatschappelijke kosten en baten van die aanpak? Wat zijn de knelpunten van het huidige systeem en hoe kan…