Toeslagpartners tegen wil en dank
1 april 2019
De Belastingdienst ziet elk huishouden als gezin. Daardoor lopen bijvoorbeeld alleenstaande ouders die bij familie inwonen, toeslagen mis. Zo belanden jaarlijks duizenden mensen in de schulden. Vooral kinderen zijn daarvan de dupe.
Jaarlijks komen duizenden mensen in armoede en schulden terecht door de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). In die wet uit 2005 staat wie de Belastingdienst als partner ziet. De Belastingdienst kijkt naar het gezamenlijke inkomen en bepaalt of iemand recht heeft op toeslagen, en hoe hoog die toeslagen zijn. Het gaat om kindgebonden budget, huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag.
De Awir moet voorkomen dat ongehuwd samenwonenden met kinderen uit een eerdere relatie dubbele fiscale voordelen krijgen. Maar er vallen meer mensen onder de wet dan de bedoeling is. Volgens de Landelijk Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) en Sociaal Werk Nederland zijn jaarlijks duizenden alleenstaande ouders en hun kinderen hiervan de dupe.
Onterecht gezien als toeslagpartner
De Awir beschouwt volwassenen die samenwonen automatisch als gezin, ook als ze geen partners zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als:
- een alleenstaande ouder (tijdelijk) inwoont bij familie of vrienden;
- een van de partners in de gevangenis zit;
- een van de partners in een verpleeghuis of instelling is opgenomen;
- een van de partners in het buitenland woont.
Volwassenen samenwonenden zijn in de ogen van de Awir fiscale partners en toeslagpartners. Daardoor lopen ze toeslagen mis, terwijl toeslagen voor gezinnen met een laag inkomen vaak een belangrijk onderdeel van het inkomen zijn. Zonder die toeslagen of met lagere toeslagen komen ze meteen in de financiële problemen.
Alleenstaande ouders die inwonen bij familie of vrienden
Alleenstaande ouders die uit een scheiding komen of uit een situatie met huiselijk geweld, vinden soms in hun eigen netwerk een nieuwe plek om te wonen. Bijvoorbeeld bij hun moeder, zus, ander familielid of vriend of vriendin.
De Belastingdienst kijkt naar het gezamenlijke inkomen, ook al zijn de volwassenen geen partners. Ze verliezen de toeslagen voor hun kinderen en (een deel van) hun zorgtoeslag. Dit is vaak een groot deel van hun inkomen.
Maar de alleenstaande ouder draait alleen op voor de vaste lasten en voor het levensonderhoud van het kind of de kinderen. Want degene bij wie ze inwonen, heeft geen onderhoudsplicht.
Gehuwden die niet kunnen samenwonen
Soms kan iemands partner niet financieel bijdragen aan het gezin. Bijvoorbeeld omdat die partner in de gevangenis zit, in het buitenland woont en op een verblijfsvergunning wacht, of in een verpleeghuis is opgenomen. Maar doordat ze getrouwd zijn, blijven ze volgens de wet toeslagpartners.
Overheid moet de wet aanpassen
De Landelijk Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) en Sociaal Werk Nederland vragen de minister om de wetgeving aan te passen. Ze adviseren:
- Verwijs in de Wet IB (inkomstenbelasting) en de Awir naar de zogeheten hardheidsclausule uit de Belastingwet (AWR): die gaat over samenwonenden die geen gezin vormen en over getrouwde stellen die moeten leven als alleenstaande ouder.
- Pas de tekst van beide wetten zo aan, dat de Belastingdienst mensen die samenwonen maar geen gezin vormen, niet langer als gezin beschouwt.
- Ongehuwde partners kunnen de Belastingdienst vragen om hen niet als toeslagpartners te zien. Dat kan bijvoorbeeld als een van hen in een verpleeghuis of instelling wordt opgenomen of in de gevangenis belandt. Maak dat ook voor gehuwden mogelijk.
- Zorg dat in beide wetten gehuwde stellen van wie de man of vrouw in het buitenland woont, niet meer als toeslagpartners gelden.