Leidraad voor het opzetten van vroegsignalering
1 september 2018
Vroegsignalering is een goede manier om problematische schulden bij mensen te voorkomen. Deze leidraad beschrijft alle punten die nodig zijn om vroegsignalering te laten slagen. Het is een beknopte versie van de leidraad uit 2015, aangevuld met recente ontwikkelingen en ervaringen uit de praktijk.
Bij vroegsignalering zijn er signalen dat mensen financiële problemen hebben. Maar die problemen zijn nog niet zo ernstig dat mensen zelf hulp zoeken. Door deze mensen op te sporen, kun je voorkomen dat schulden uit de hand lopen.
Positie vroegsignalering
De gemeente hoort bijvoorbeeld van de woningbouwvereniging wie een huurachterstand heeft. Er is nog geen deurwaarder bij betrokken, er staat geen huisontruiming gepland; het gaat echt om financiële problemen in een vroeg stadium.
Je kunt deze mensen op 2 manieren bereiken:
- De gemeente zoekt zelf mensen met betalingsachterstanden op (= outreachend werken).
- Professionals van andere instanties stimuleren mensen met problemen om zich aan te melden bij de schuldhulpverlening (= doorverwijzen).
Deze 2 manieren kunnen elkaar versterken. Deze leidraad richt zich op outreachend werken.
Deze leidraad van de NVVK heeft de vorm van een 10-stappenplan. Deze stappen zijn belangrijk als een gemeente vroegsignalering succesvol wil opzetten. De stappen volgen elkaar niet per se op. Met name de stappen 3 tot en met 9 kun je in een willekeurige volgorde zetten.
1. Motivatie
Als een gemeente met vroegsignalering wil beginnen, is het belangrijk om draagvlak te creëren bij alle betrokken partijen. Zorg dat het voor iedereen duidelijk is wat vroegsignalering financieel en maatschappelijk oplevert.
2. Beleid
Formuleer in het gemeentelijke beleid concrete doelen, bijvoorbeeld: huisuitzettingen, oplopende incassokosten en problematische schulden voorkomen. Beschrijf ook wanneer je deze doelen wilt halen, hoe je dat wilt doen, en welke inzet van mensen daarvoor nodig is.
Op basis van de doelen kun je de begroting opstellen. Betrek alle partijen bij deze stap. Besteed ook aandacht aan de privacy als je gegevens gaat verzamelen.
3. Projectstructuur
Vroegsignalering begint meestal met een pilot. Benoem een projectleider, richt een stuurgroep op en stel een projectgroep samen. In de projectgroep zitten medewerkers van alle betrokken partijen, dus ook mensen die niet bij de gemeente werken. Bepaal welke taken en verantwoordelijkheden iedereen heeft.
4. Signalen
Je moet als gemeente goed kijken bij welk signaal je actie gaat ondernemen. Het is nog niet duidelijk wat het ideale signaal (een bepaalde betalingsachterstand) en het ideale moment is om in actie te komen.
Bij een flink aantal gemeenten levert de zorgverzekering gegevens aan voor vroegsignalering. Deze gegevens variëren van 1 tot 4 maanden achterstand. (…) Bij 6 maanden premieachterstand is geen sprake meer van vroegsignalering omdat dan escalatie al heeft plaatsgevonden
5. Outreachend werken
In de praktijk blijkt een huisbezoek de beste manier om de klant te bereiken. Dit werkt veel beter dan mensen aanschrijven of opbellen. Naast het grote bereik (50-70%) heeft een huisbezoek nog meer voordelen: de hulpverlener krijgt een beeld van de thuissituatie en de klant heeft meer initiatief.
Behaald bereik bij schrijven, bellen en huisbezoek
Verder is het belangrijk na te denken over wie er op huisbezoek gaat, welke vaardigheden iemand daarvoor nodig heeft, en of je het bezoek aankondigt of niet.
6. Hulpaanbod
Denk van tevoren na welke hulp je kunt aanbieden. Vroegsignalering duurt in principe kort en heeft 2 mogelijke uitkomsten:
- een ‘quick fix’: je vindt binnen 28 dagen een oplossing voor het probleem;
- een plan van aanpak: je analyseert het probleem en stelt een vervolgtraject vast.
7. Privacy
Hoe waarborg je bij vroegsignalering de privacy van klanten? De nieuwe handreiking van de VNG, Vroegsignalering schulden en bescherming persoonsgegevens, laat zien hoe je dit aanpakt, en wat de regels zijn.
Voor de privacy zijn 2 dingen van belang:
- Is het nodig om gegevens uit te wisselen?
- Hoe regel je dat praktisch?
8. Financiering
Vroegsignalering vraagt een investering van alle organisaties die eraan meewerken. Er is geld nodig voor de ontwikkeling, de implementatie, de uitvoering en de evaluatie. Bij stap 1 blijkt al dat je die investering makkelijk terugverdient. De gemeente kan andere partijen daarom motiveren om mee te betalen.
Het afleggen van een huisbezoek kost gemiddeld 8 uur tijd: reistijd, meerdere pogingen aanbellen, het maken van het plan van aanpak of de Quick Fix en nazorg
9. ICT
Om vroegsignalering te laten slagen, is een goed automatiseringssysteem nodig. Zo moeten andere organisaties makkelijk een melding kunnen doen, en het systeem moet voldoen aan de privacywet (AVG).
10. Evaluatie
Je kunt allerlei gegevens verzamelen voor de evaluatie. Welke keuzes je hierin maakt, hangt onder andere af van de doelstellingen van het project. Ook de organisaties die helpen bij de financiering, bepalen welke punten je gaat monitoren. Bepaal ook van tevoren op welke momenten je rapporteert en de resultaten evalueert.
Met vroegsignalering kunnen we echt het verschil maken tussen langzaam wegzakken in het moeras van schulden en bewustwording van de eigen situatie
– Marijke Elfadly (projectleider vroegsignalering gemeente Tiel)
– Marijke Elfadly (projectleider vroegsignalering gemeente Tiel)